Stel je voor: je woont ergens in Friesland en ineens ontdek je dat het meer waar je vorig jaar nog ging schaatsen weer een paar kilometer is opgeschoven. het klinkt bijna als een fabel, maar sommige meren in Nederland blijken echt jaarlijks te ‘verhuizen’. Toen ik dit voor het eerst hoorde, dacht ik eerlijk gezegd dat het een sterk verhaal was — tot ik de foto’s zag. En het wordt nog gekker: wetenschappers weten nu eindelijk waarom.
Een zwerfmeer? Ja, ze bestaan echt
De afgelopen maanden las ik in het NRC een artikel over het Kleine Veerse Meer, een van die geheimzinnige wateren die jaarlijks van plek verwisselt. Mijn oom uit Zeeland stuurde me zelfs een kaart met stippellijnen: “Kijk, vorig jaar lag het hier.” Het fenomeen heet een “zwerfmeer”. En nee, het draait niet om tractoren of geheime dammen die ’s nachts worden verplaatst — het zit hem in iets veel subtielers.
Wat grappig is: tijdens de coronatijd is het aantal amateurs met drones flink gestegen — veel van de recente verplaatsingen van het meer zijn daardoor vastgelegd. Dus nu weten we het zeker: het meer verhuist écht.
Wetenschap duikt er eindelijk in
Want waarom doen deze meren dat? Water loopt toch altijd naar het laagste punt — tenminste, zei mijn docent aardrijkskunde vroeger. Maar sinds kort weten onderzoekers van de Universiteit Utrecht meer. Het geheim: veen en drijflagen. Sommige meren liggen eigenlijk ‘op’ dikke veenlagen. Die veenlagen zijn zo sponzig dat wind — en soms zelfs gewoon zwaartekracht — het water langzaam verplaatst. Best bijzonder voor onze doorgaans vaste Hollandse grond.
En hoe vaak gebeurt dit nou écht?
In de maandelijkse chatgroep van onze buurtvereniging kwam ’t vorige week ter sprake: “Zijn er meer van zulke meren?” Blijkt dat er in Nederland minstens een stuk of drie zijn, vooral in Friesland en delen van Noord-Holland. Mijn collega uit Leeuwarden zei: “Wij noemen dat gewoon een zwerversplas.” Niet bepaald een officieel woord, maar iedereen snapt meteen wat je bedoelt.
Het allermooiste: als je eenmaal weet waar ze liggen, kun je elk jaar samen met je kinderen of met de fotoclub checken — ligt het meer dit jaar weer ergens anders?
Kleine waarschuwing voor avonturiers
Nu, misschien denk je: “Leuk, pak ik meteen m’n SUP-board en ga ik ‘verhuizende meren spotten’.” Zou ik niet per se aanraden — die veenlagen zijn soms zo verraderlijk dat je ineens tot je knieën zakt. Mijn buurman probeerde het een keer met z’n hond en kwam behoorlijk modderig thuis.
Dus: hoe herken je zo’n zwerfmeer?
- Het meer ligt in een veen- of moerasgebied (denk aan natuurgebieden rond Giethoorn of De Weerribben)
- Je ziet vaak dat sloten en paden om het meer heen elk jaar net iets anders lopen
- Er zijn plekken waar bomen krom staan — het grondwater blijft daar ‘werken’
- In lokale cafés hangen soms oude kaarten waarop je kunt zien: “Hier lag het meer in 1960!”
En misschien komt het ooit nog goed uit voor watermanagement als de zeespiegel stijgt — maar dat weet ik niet zeker…
Wat zeggen de mensen zelf?
In het dorp zegt men vaak nuchter: “Het meer doet gewoon z’n eigen ding.” De een vindt het fascinerend, de ander moppert dat je er niet fatsoenlijk omheen kunt fietsen. Overigens, als je oudere dorpsbewoners vraagt, levert dat soms sterke verhalen op van meren die ‘opeens’ verdwenen zijn. Geen idee of alles waar is, maar sfeervol is het wel.
Als je er toch gaat kijken…
Neem waterdichte laarzen mee en vergeet je telefoon niet voor het geval je onverwacht vast komt te zitten. En deel vooral je foto’s of eigen verhalen in de reacties hieronder — want wie weet is jouw Zwerversmeer volgend jaar wéér ergens anders, zelfs dichterbij huis.
In het kort: we leven in een land waar zelfs de meren een beetje onvoorspelbaar zijn — en dat maakt Nederland juist zo leuk. Nou ja, dat is mijn mening… Of heb ik gewoon een rare fascinatie voor water dat niet stil kan zitten? In ieder geval weer een reden om dit weekend op pad te gaan.