Wist je dat astronauten tijdens hun ruimtereizen zelden sterren zien? Op de foto’s van ruimtestations zie je glimmende aarde, diepzwart heelal — maar zelden een enkele sterpunt. Op kantoor dachten ze eerst dat het gewoon slechte camera’s waren. Maar het blijkt allemaal net wat ingewikkelder… en ik vertel je waarom dat zo is.
De grote ruimte-mythes: waarom lijken sterren “verdwenen”?
Op aarde is het logisch: ’s avonds kijk je omhoog en bam — de Kleine Beer, Orion, noem maar op. Mensen verwachten dus dat astronauten in het ISS (of tijdens een maanwandeling) de ruimte vol lichtspots zien. Maar na een avondje discussiëren in onze buurt, komt steeds diezelfde vraag: “waarom zie je op filmpjes nooit sterren vanuit de ruimte”? Geloof me, ik heb het vaak opgezocht — en de antwoorden zijn verrassend nuchter.
De simpele verklaring: licht, ogen en camera’s
Hier komt het echte verhaal: het draait allemaal om belichting. In de ruimte is het extreem donker – tot je dichtbij een helder object bent, zoals de zon verlichtte aarde of een wit ruimtepak. Onze ogen (en camera’s) passen zich daaraan aan. Neem het als een selfie maken bij felle lamp: je gezicht is goed zichtbaar, maar de achtergrond wordt gewoon zwart.
Tijdens een ruimtemissie zijn de zon, aarde en maan zó fel, dat alles daarbuiten verwaarloosd wordt door je pupil of de lenzen van camera’s. Spacetech is geweldig, maar zelfs de nieuwe iPhone van mijn collega Loes had hier moeite mee gehad…
Mijn eigen aha-moment: foto’s versus realiteit
Ongeveer drie maanden geleden viel het kwartje bij een lezing in Leiden. De spreker liet twee foto’s zien: een astronaut met de aarde op de achtergrond — geen ster te zien. En dan eentje met alleen maar sterren, maar geen aarde of ruimteschip. Moraal van het verhaal? Als je je camera-instellingen aanpast (langere sluitertijd, minder belichting op de felle objecten) zie je wél sterren. Alleen, voor de meeste missies is zo’n opstelling niet praktisch.
Sterker nog, veel persfoto’s uit het ISS of van de maan zijn bewust afgesteld om astronauten en apparatuur te tonen — niet de sterren zelf. En toegegeven, het ziet er beter uit op het jaarlijkse persbericht van ESA. Maar ik vraag me soms af: als je een half uurtje aan het raam van het ruimtestation hangt zonder felle lampjes… zou je dán sterren gaan spotten? Misschien moet ik ooit nog iemand van ESA mailen.
Waarom zien astronauten soms wél sterren?
Volgens een oud interview met André Kuipers gaat het zelden, maar soms lukt het als alle verlichting in het ISS uit is en ze lang wennen aan het donker. Er zijn zelfs officiële handleidingen: “zet je gezicht tegen het raampje, sluit je andere oog, wacht een paar minuten… en misschien zie je het”. Niet bepaald wat je verwacht van een dure ruimtereis, toch?
Dus… zijn sterren in de ruimte echt “onzichtbaar”?
Kort: nee. Sterren zijn nog altijd overal, maar je moet leren “omkijken”. Misschien is het een beetje als je ogen dichtknijpen als iemand een foto met flitser maakt. Eigenlijk best logisch. Of, zoals mijn buurman gisteren zei: “in de ruimte word je ook gewoon verblind”. Hij heeft geen ongelijk… denk ik.
Moet je het zelf ervaren?
Wil je toch een keer de sterrenhemel vanuit een nieuwe hoek proberen? Probeer gewoon eens een nacht buiten de stad, met alle lichten uit, en je telefoon binnen. Misschien scheelt het maar een beetje — maar wie weet. Of boek een reisje richting de sterren bij SpaceX, als het ooit betaalbaar wordt. Maar, da’s weer een heel ander verhaal.
Heeft iemand van jullie meer gelezen of gezien over dit thema? Laat iets achter in de comments — ben benieuwd naar jullie ervaringen of theorieën. In ieder geval: volgende keer dat je een astronaut op Instagram ziet zonder sterren op de achtergrond… nu weet je waarom. Nou ja, ongeveer.