Even eerlijk: wie heeft er niet ooit gefantaseerd over jezelf als astronaut zwevend door het oneindige zwart? Alleen zonder dat lompe ruimtepak – lekker vrij, toch? Maar gisteren in ons werk-chat kreeg ik precies die vraag naar m’n hoofd geslingerd. “Zou je meteen exploderen? Of gewoon bevriezen?” We lachten, maar ik besloot het eens uit te zoeken. Het antwoord bleek, tja, nét even anders dan ik – of mijn buurman Jack uit Rotterdam – altijd dacht.
Een seconde zonder bescherming: wat voel je?
De ruimte, of eigenlijk het vacuum, is nietsontziend. Je longen vol met lucht, je stapt naar buiten – en boom. Tenminste, zo ziet Hollywood het graag. In werkelijkheid knal je niet direct uiteen als een ballon. Waarom niet? Je huid blijkt verrassend stevig. Die houdt alles min of meer op z’n plek. Maar geen paniek: dat is eigenlijk nog maar het begin.
Wat wél gebeurt? Zonder druk van lucht buiten je lijf, werkt het zuurstofgas in je bloed niet meer. Binnen 10 tot 15 seconden verlies je het bewustzijn. Daarna heb je nog hooguit een minuut om te overleven — als iemand je dan weer in veiligheid trekt. In theorie dus net genoeg tijd om dat dramatische “help!” te roepen, maar dan in slow motion.
Exploderen? Nee. Maar best gezellig is het niet
Je lichaam exploderen? Nee, dat is dus een hardnekkige mythe. Je bloed gaat niet aan de kook, dankzij die stevige huid. Maar er zijn wel andere geinige ongemakken: je speeksel begint te borrelen, vocht verdampt vooral uit slijmvliezen en je ogen drogen zo snel uit dat je letterlijk geen hand meer voor ogen ziet. Koud krijg je het trouwens pas na een tijdje. De ruimte is weliswaar -270 graden Celsius, maar zonder materiaal dat warmte afvoert (lucht dus) koel je relatief langzaam af. Dus bevriezen? Eerder stikken, eerlijk gezegd.
Mijn collega vertelde laatst – geen grap – dat NASA ooit proefdieren in vacuum liet testen. Zielig natuurlijk, maar zo weten we tenminste dat ratten nét zo snel hun bewustzijn kwijt zijn als mensen. In de jaren 60 is zelfs één onderzoeker per ongeluk zelf in een ruimtepak-lek terechtgekomen. Zijn laatste herinnering? “Speeksel borrelde op m’n tong, en daarna werd alles zwart.” Twee minuten later was hij er weer. Niks blijvends aan overgehouden — gek genoeg.
Even geen horror-scenario’s: kans dat jij dit ooit meemaakt?
Laten we eerlijk zijn: de meeste Nederlanders komen niet verder dan Noordwijk aan Zee of, als je geluk hebt, NASA Space Expo. Maar stel: je wint ooit die ruimtereis van een bekende loterij of je werkt bij ESA. De kans op een ruimtewandeling zonder pak? Nihil. Astronauten trainen eindeloos om hierop te voorkomen. Alles wordt driedubbel- en dwars gecheckt — je grote teen wordt zo’n beetje apart verzekerd.
Toch, als je ooit de keuze krijgt: altijd even het pak dichtdoen. Gewoon voor de zekerheid. Mijn moeder zou zeggen: “Beter het zekere voor het onzekere, jongen.” En daar ben ik inmiddels best blij om — zo’n experiment doe ik liever niet zelf.
Wat leren we hiervan? En wat nu?
- Je lichaam explodeert niet meteen – de huid werkt als een soort barrière
- Je raakt razendsnel bewusteloos, vooral door zuurstofgebrek
- Bevriezen of verbranden duurt langer dan je denkt
- Mythes zijn hardnekkiger dan wetenschappelijke feiten, blijkbaar
Misschien levert dit verhaal je niks praktisch op — behalve dan een goed verhaal op feestjes (“Weet je wat er écht gebeurt als je zonder pak de ruimte in gaat?”). Maar, je weet nooit: over tien jaar spreken we elkaar misschien als astronaut in Florida…
In ieder geval benieuwd naar jouw wilde vragen over de ruimte — deel ze vooral hieronder. of stuur ze deze week nog in de groepsapp. Ik verzamel ze. nou ja, zolang m’n wifi het doet…