medieval dutch food cooking
Geschiedenis en archeologie

Wat gebeurt er als je 1000 jaar oude Nederlandse recepten probeert te koken?

Even een bizarre gedachte: wat nou als je vandaag het fornuis aanzet om te koken zoals de Nederlanders dat duizend jaar geleden deden? Geen aardappels, geen magnetronmaaltijden, zelfs geen stroopwafels. Alleen ingrediënten en technieken uit een tijd dat ‘s avonds de straatverlichting bestond uit een volle maan. Is dat überhaupt te eten? Of staan we na één hap alweer bij de snackbar op de hoek? Mij liet het in elk geval niet los — en een vriendin uit Utrecht trouwens ook niet.

Terug in de tijd: hoe kookten onze voorouders eigenlijk?

Mensen denken vaak aan pannenkoeken, stamppot en haring als typisch Nederlandse kost, maar veel van die gerechten zijn relatief jong. Kijk je dieper de geschiedenis in, dan kom je bij gerechten als braadstukken met gekruide sauzen, graanpap, en (ja echt) wat ze toen ‘koeken’ noemden, waarvan de ingrediënten verrassend weinig te maken hebben met onze huidige koeken.

Op een regenachtige dag in januari besloot ik het zelf uit te proberen. Ik koos een recept uit de “Wel ende edelike spijse”, een verzameling middeleeuwse recepten uit rond 1300. Je krijgt dan iets als ‘gruetebrij’ — een soort pap van gort, wat kruiden en soms een flinke klodder reuzel. Niet sexy, wel vullend.

medieval dutch kitchen cooking

Typisch middeleeuws: wat lag er op tafel?

  • Gekruide wijn – een soort Glühwein, maar dan echt scherp, want suiker was zeldzaam (en peper duurder dan goud).
  • Vlees of vis – gerookt, gepekeld of hard gebakken. Mijn collega noemde dit “tandartsenarbeid in een pan” na één hap pekelhaas.
  • Broodpudding avant la lettre – restjes brood geweekt in melk of bier, op smaak gebracht met wat er maar voorhanden was.
  • Peulvruchten en granen – linzen, bonen, gort. Koken om te overleven, niet om te instagrammen.

Een vriend uit Groningen vertelde laatst dat zijn opa in zijn jeugd nog altijd warme graanpap at bij het ontbijt — “gewoon omdat het zo hoorde, zei hij altijd”. Blijkbaar blijft die eetcultuur nog generaties hangen.

Meest verrassend: smaken en ongemakken

Ik zal eerlijk zijn: sommige smaken zijn wennen. Zo is het gebruik van azijn en piment overweldigend in sommige recepten — waar wij nu zout of peper gebruiken, strooiden ze er gerust een hele handvol specerijen overheen. Het gevolg: je krijgt smaken die een beetje tussen zoet, zuur en ‘wat is dít nu weer?’ in zitten.

historical dutch food from the middle ages

Misschien is dat waarom mijn partner na twee happen gortepap meteen een tosti ging maken. Aan de andere kant, die hartige pastei met veel ui en prei was een succes — zelfs bij de kinderen.

Praktische tips als je zelf aan de slag wilt

  • Kies een recept zonder al te exotische ingrediënten. Truffels, zwanenvlees of honing van wilde bijen — allemaal leuk en aardig, maar praktisch ondoenlijk (of gewoon niet wenselijk, laat staan betaalbaar).
  • Lees oude recepten met een korreltje zout. Na een paar pogingen vraag je je toch af hoe nauwkeurig die maten “een handvol” of “tot het gloeit” eigenlijk zijn…
  • Wees creatief bij het vervangen van ingrediënten. Een gesmoorde pastinaak is prima te doen met koolraap of winterpeen. Smaakt nét iets anders, maar vooruit.
  • Denk aan de veiligheid. Rauwe melk of wild vlees? In de Middeleeuwen keken ze niet op een bacterie meer of minder, maar wij hebben de GGD.

Overigens — koken met alleen lokale ingrediënten blijkt verrassend ontspannend. Geen impotente tomaten uit Spanje, maar gewoon knolletjes uit Flevoland. Lekker aards, letterlijk.

Modern proefpanel (of: de gezichten aan tafel)

Resultaat: verraste blikken, soms lacherig (“moeten we dit écht eten?”), en soms een oprecht enthousiaste reactie. Opvallend trouwens dat de soep op basis van selderij en kruiden zonder enige toevoeging van bouillonblokjes echt goed in de smaak viel — misschien mis ik gewoon het gemak van Knorr, al hou ik mezelf voor dat dit gezonder is.

Mijn buren kwamen na afloop even buurten. Ze dachten serieus dat ik een soort health-challenge was aangegaan. Nou, niet helemaal, maar misschien voelt het wel zo: eten zonder poespas, zonder e-nummers, gewoon zoals het ooit bedoeld was. En toegegeven, het is… tja, anders. Maar wel interessant.

Proberen of overslaan?

Of ik het nog een keer doe? Misschien. Maar wel met het besef dat het vooral leuk is om te weten waar we vandaan komen. Het brengt een goed gesprek aan tafel en af en toe zelfs een kleine keukendisaster. In ieder geval raak je uitgepraat over spruitjes of friet. Dus — durf jij het aan? Of laat je die middeleeuwse pot liever even staan? In ieder geval, als je tips of ervaringen hebt, deel ze hieronder. Misschien hebben we dan binnenkort een middeleeuwse receptenruil in het dorp… nu u weer.

Spread the love