Heb je ooit stilgestaan bij de vraag wat ijsberen eigenlijk doen als het in het noordpoolgebied écht koud wordt? Iedereen kent wel het plaatje van dieren die er bij vorst vandoor gaan om maandenlang te slapen — maar de ijsbeer doet niet mee. Sterker nog, het verhaal is veel vreemder (en eerlijk gezegd, best logisch) dan je op school gehoord hebt.
Winterslapers: een Noord-Europese illusie?
We zijn in Nederland groot geworden met het idee van de winterslaap. Egels, vleermuizen, sommige vogels — allemaal kruipen ze weg om de bittere kou te ontwijken. Maar ijsberen? Die laten zich niet kisten. Op een verjaardag zei een oom ooit: “IJsberen in winterslaap? Hou toch op joh, die beesten zijn juist de hele winter actief.” Hij had — voor een keer — gelijk.
Het zit zo: de echte overlevers werken juist door
De waarheid is dat alleen drachtige (zwangere) ijsberinnen in een soort winterslaap gaan. Wetenschappers noemen het eigenlijk geen echte winterslaap, maar eerder een “winterslaap light”. Ze trekken zich terug in een sneeuwhol, hun hartslag zakt een beetje, maar ze slapen niet zo stevig als een egel bijvoorbeeld. De rest? Die moeten gewoon voedsel zoeken, dag in dag uit, ook als het -40 is. Probeer dat maar eens na een Hollands fietstochtje in februari zonder handschoenen.
Waarom doen ijsberen het anders?
- Hun prooi is ’s winters te vinden. Zeg maar dag tegen de Nederlandse gedachte dat ’s winters alles in winterrust is — zeehonden zijn in de winter juist goed te vangen dankzij het zee-ijs.
- Energiebalans. Voor ijsberen (behalve zwangere vrouwen) loont het meer om te blijven jagen dan te slapen. Vetvoorraad aanleggen zoals een egel is voor zo’n groot roofdier ook bijna onmogelijk.
- Extreme aanpassingen. Hun vacht isoleert als een BNNVARA-trui met dubbele voering, en hun stofwisseling kan als een thermostaat lager als het moet.
Een collega van mij vertelde recent dat hij ooit dacht dat ijsberen de hele winter in holletjes lagen. Maar toen hij in Spitsbergen was, kwam hij juist overal verse sporen tegen. “Volgens mij slapen die beesten nooit,” zei hij, wat trouwens een beetje waar is…
De mythe van de slapende ijsbeer
Laten we eerlijk zijn: die mythe sluipt in schoolboeken, documentaires en zelfs in klassieke tekenfilms. Misschien omdat een winterslapende beer nu eenmaal leuker klinkt voor een kind dan een jagende ijzige roofdier. Maar de praktijk is dat mannetjes en niet-drachtige vrouwen de hele winter door het ijs struinen. Af en toe rusten ze uit op het pakijs — geen warm holletje, meer een soort rustpauze op een natte bank (wie ooit op het perron van station Utrecht gestaan heeft in februari… begrijpt iets van het gevoel).
Is het ze ooit te koud?
Nee, eigenlijk niet. Hun vacht en dikke speklaag houden ze warm, zelfs als het min veertig is met windkracht 8. IJsberen zijn gebouwd op de kou zoals wij op regen gefikst zijn — soms vraag ik me zelfs af of het ze niet gewoon nieuwsgierig maakt, dat onmenselijke weer.
Wat kunnen wij daarvan leren?
- Niet altijd in je schulp kruipen bij kou — soms moet je gewoon doorgaan.
- Er gaat veel kracht schuil in aanpassing, niet in verstoppen.
- Ook in een kille winter is er te veel moois te ontdekken — zelfs als je natte voeten krijgt.
Dus, de volgende keer dat je denkt aan een winterslaap, stel je dan het leven van een ijsbeer voor: hossend over meters sneeuw, altijd op zoek, nooit écht op vakantie van de kou. Een beetje zoals wij — als je bedenkt hoeveel we toch buiten zijn, ondanks weer en wind.
Heb je iets geleerd of heb je nog vreemde dierenvragen?
Laat het weten in de reacties hieronder — of vertel wat jij dacht over ijsberen in de winter. Misschien heb ik het toch ergens gemist… In ieder geval, blijf nieuwsgierig!