Het besluit van een federale rechter over de financiering van de CFPB
Een rechter van een federaal magistraatshof stelde dinsdag dat het Witte Huis de financiering van het Consumenten Financieel Beschermingsbureau (CFPB) niet mag stopzetten. Dit gebeurde slechts enkele dagen voordat de beschikbare fondsen bij de bureau waarschijnlijk zouden opraken, waardoor het bureau geen geld meer had om zijn medewerkers uit te betalen. De rechter, Amy Berman, oordeelde dat de CFPB haar financiering blijft ontvangen van de Federal Reserve, ondanks dat deze bank verlies draait, en dat het nieuwe juridische argument van het Witte Huis over de financieringswijze van de CFPB niet geldig is.
De controverse rondom de financiering van de CFPB
De kern van de zaak ligt in de vraag of Russell Vought, de budgetdirecteur van de presidentsadministratie onder Donald Trump en de waarnemend directeur van de CFPB, effectief de organisatie kan sluiten en alle medewerkers kan ontslaan. Sinds de beëindiging van Trumps ambt is de CFPB vrijwel niet operationeel. Medewerkers worden grotendeels verboden om werkzaamheden uit te voeren, terwijl veel van de activiteiten van het bureau dit jaar gericht waren op het afbouwen van de werkzaamheden die onder presidentskandidaat Biden en ook onder Trump’s eerste termijn waren gestart.
Reacties en acties van de betrokken partijen
Vought heeft duidelijk aangegeven de intentie te hebben om de CFPB neer te halen. Eerder dit jaar kondigde het Witte Huis een “reductie in personeelsbestand” aan, wat leidde tot ontslagen of onbetaald verlof voor veel medewerkers. De Nationale Vakbond van Overheidsmedewerkers, die de werknemers van de CFPB vertegenwoordigt, heeft via de rechtbank geprobeerd de massale ontslagen tegen te houden, met succes. Zij kregen een voorlopige voorziening die de ontslagen stopzette terwijl het lopende juridische proces doorgaat.
Het recente juridische slotoffensief van het Witte Huis
In de weken daarna heeft het Witte Huis geprobeerd om de rechterlijke uitspraak vanuit een nieuwe invalshoek te omzeilen. Het argument dat werd aangevoerd, was dat de Federal Reserve op dit moment geen “gecombineerde winsten” heeft waarmee de CFPB haar operaties kan financieren. De CFPB ontvangt haar financiering uit kwartaalbetalingen door de Fed. Sinds 2022 opereert de Fed met een verlies, de eerste keer in haar geschiedenis, door de strijd tegen inflatie tijdens de COVID-19-pandemie. Het centrale bankbiljettenbezit bestaat uit obligaties met lage rente, maar de Fed moet nu hogere rentetarieven uitbetalen aan banken die hun deposito’s bij de centrale bank houden. Op haar balans noteert de Fed momenteel een “uitgestelde activa”, die volgens schattingen binnen enkele jaren wordt afgelost wanneer de obligaties met lage rente vervallen.
De juridische interpretatie van de “gecombineerde winsten”
Het Witte Huis heeft betoogd dat door deze verliesstaat er geen “gecombineerde winsten” zijn waarop de CFPB kan terugvallen. Sinds 2011 wordt de financiering van de CFPB via de Federal Reserve geregeld, ook onder Trump. Begin november stuurden advocaten van het Witte Huis een kennisgeving naar de rechtbank waarin werd gesteld dat de CFPB in het begin van 2026 zonder geld zou komen te zitten, onder verwijzing naar de “gecombineerde winsten”-theorie. De federale juridische adviseurs, de Office of Legal Counsel (OLC), adopteerden deze theorie op 7 november, maar verboden werd deze nog nooit in een rechtszaak getest.
De reactie van rechter Berman op de juridische strategie
In haar oordeel stelde rechter Berman dat de OLC en Vought deze juridische theorie gebruikt hadden om de gerechtelijke beslissing te omzeilen in plaats van het zaak te behandelen op inhoud. Een rechtszaak over de mogelijkheid van de vakbond van de CFPB om Vought aan te klagen over de ontslagen staat gepland voor februari 2026. Berman schreef dat de nieuwe “begrip van ‘gecombineerde winsten’” een onbewijsbare poging is om de financiering van de CFPB te ontzeggen en dat het opnieuw proberen te bereiken van het doel van de eerder opgelegde gerechtelijke instructie niet geoorloofd is.
Reacties van vertegenwoordigers en juridische analyse
Jennifer Bennett van Gupta Wessler LLP, die de werknemers van de CFPB vertegenwoordigt, bevestigde dat de rechter duidelijk maakte dat Vought niet kan rechtvaardigen dat hij de organisatie afbouwt of een gerechtelijk bevel negeert door een gebrek aan financiering te “verdraaien”. Een woordvoerder van het Witte Huis wilde niet meteen reageren op het oordeel van Berman.
