De demonstratie in Budapest
Op zaterdag leidde Péter Magyar, de belangrijkste rivaal van premier Viktor Orbán, een menigte van tienduizenden demonstranten door de straten van Boedapest. De protestactie richtte zich op de beschuldigingen van kindermishandeling binnen overheidsinrichtingen voor jongeren, een kwestie die vorig jaar al de regering van Orbán heeft doen schudden.
Aanleiding en context
De demonstratie werd georganiseerd door Magyar, die het voornaamste oppositie-figuur vormt tegenover Orbán en diens partij Fidesz. De aanleiding was de publicatie van video’s deze week, waarop werknemers van een justitiële inrichting voor jongeren in Boedapest te zien waren die kinderen fysiek mishandelden. De voormalige directeur van deze faciliteit, die momenteel in politie-hechtenis zit op verdenking van het leiden van een bordeel en andere misdrijven, wordt ook beschuldigd van het ondergaan van fysieke en seksuele mishandelingen door minderjarigen.
De reactie van de autoriteiten
De politie heeft deze week een inval gedaan in het herstelcentrum. Critici wijten Orbán’s regering dat er niet adequaat werd opgetreden, ondanks meldingen van wangedrag die al jaren bekend waren. Magyar, die met de centrum-rechtse Tisza-partij in de peilingen staat voor Fidesz, heeft de zaak aangegrepen om de regering te beschuldigen van het niet beschermen van kwetsbare kinderen. Hij roept Orbán op om af te treden. De verkiezingen worden verwacht in april.
De demonstratie en de publieke sfeer
De menigte verzamelde zich in de koudere uren in het centrum van Boedapest en marcheerde plechtig over de Donau. Velen ontmoedigd met fakkels, en enkele demonstranten begonnen de klim naar Orbán’s kantoor op het KasteelheU. Een van de marsgangers, Sándor Horvát, die ongeveer 325 kilometer vanuit Tiszabecs, vlakbij de Oekraïense grens, had gereisd, stelde dat hij geloofde dat Orbán’s regering ‘binnen de verkiezingen weg zal zijn’. “In andere landen zou de hele regering gevallen zijn door dit schandaal. Maar hier lijken ze met moord en brand aan de macht vast te houden,” zei hij.
Historische reactie en politieke implicaties
Het mishandelen van minderjarigen in staatsinstellingen heeft eerder voor een politieke crisis gezorgd. In 2024 traden de president, Katalin Novák, en de minister van Justitie, Judit Varga, af na enorm publieke verontwaardiging over hun steun voor een gratie voor een man die betrokken was bij het dekken van kindermisbruik bij een openbaar weeshuis. Dit incident toonde een zwakte in Orbán’s heerschappij, die sinds 2010 bijna volledige controle heeft over Hongarije. Magyar, een oud-adviseur binnen Orbán’s partij Fidesz, kwam op de voorgrond toen het onderzoek zich ontvouwde, en beschuldigde de regering van corruptie en wangedrag.
Magyar’s toespraak en vergelijking met eerdere kwesties
Tijdens een toespraak buiten het hoofdkwartier van de regering op zaterdag, trok Magyar parallellen tussen de gratiezaak van vorig jaar en de recente kindermisbruikbeschuldigingen. Hij stelde: “Tweeëntwintig maanden geleden stelde het land de vraag aan de Hongaarse regering: kan het veranderen en verbeteren voor kinderen, of blijft het medeplichtig aan kindermisdadigers?”
“De regering van Orbán beloofde van alles, maar helaas bleek sinds die tijd dat elk lid van Orbán’s kabinet de kant van de daders heeft gekozen,” voegde Magyar eraan toe.
Reakties van de regering
De Hongaarse regering veroordeelde het fysieke geweld dat in de gepubliceerde video’s te zien was, en stelde dat de mishandelingen aantonen dat het kindbeschermingssysteem effectief werkt, en dat wangedrag wordt uitgedeukt. Echter, verschillende overheidsfunctionarissen, waaronder Orbán, benadrukten dat de jongeren in de inrichting werden geplaatst omdat zij misdrijven hadden gepleegd of zich schuldig maakten aan ander wangedrag, en dat de instelling werd voorgesteld als een gevangenis voor minderjarigen.



