Wist je dat de maan ieder jaar een stukje verder bij ons vandaan kruipt? Ik had het eerlijk gezegd zelf tot laatst niet echt door. Tijdens een borrel in Utrecht kwam het ineens ter sprake — volgens een van mijn oude studie-vrienden verliezen we de maan met 4 centimeter per jaar. Het klinkt als een slecht mopje van een museumgids, maar het klopt echt.
Wat gebeurt er precies? De maan is op de vlucht
Het idee dat de maan niet netjes statisch rond de aarde cirkelt, maar elk jaar een ieniemienie stukje verder schuift, vind ik vrij fascinerend. Eigenlijk draait het allemaal om getijden. Door de zwaartekracht van de maan ontstaan de dagelijkse eb en vloed. Maar die getijden remmen tegelijkertijd de rotatie van de aarde af. Daardoor trekt de aarde de maan een beetje vooruit in haar baan — zo krijgt de maan een klein ‘omhoog duwtje’ en komt ze verder van ons af te staan.
4 centimeter per jaar: valt dat te meten?
Ik hoor je denken: “hoe meten ze in hemelsnaam zo’n minieme afstand, en is 4 centimeter per jaar überhaupt relevant?” In de jaren zeventig plaatsten astronauten reflectoren op het maanoppervlak, tijdens de Apollo-missies. Sindsdien schieten wetenschappers vanuit bijvoorbeeld het Observatorium Westerbork laserpulsen naar de maan, die op deze spiegels terugkaatsen. Zo meten ze de exacte afstand. Resultaat: elk jaar is die afstand zo’n bierviltje langer—4 cm dus.
Misschien lijkt dat niets, maar als je bedenkt dat het al miljarden jaren zo gaat, snapt je buurman in Rotterdam het ook: de maan stond vroeger stukken dichterbij. Er zijn aanwijzingen dat de maan in de tijd van de dinosaurussen zo’n 22.000 kilometer dichterbij stond dan nu. Bizar toch?
Waarom boeit het eigenlijk? En wat merken we ervan?
Je voelt die 4 centimeter dagelijks natuurlijk niet letterlijk by de koffieautomaat. Maar op kosmische schaal is het een giga-impact. De getijden zullen ooit minder krachtig worden, omdat de maan steeds minder invloed uitoefent—maar, dat merken wij en onze kinderen overigens niet direct. Volgens mama is wateroverlast eerder door regenbuien dan maankrachten, maar goed, misschien deels waar.
Het spannendste: uiteindelijk — over miljarden jaren — zal de maan zó ver weg zijn dat een volledig zonsverduistering niet meer mogelijk is. Dan past de maan niet meer precies voor de zon aan de hemel, en blijft er altijd een lichtkransje over. een kleine ‘life hack’ waarmee je met partytrivia kunt scoren in Den Haag.
Kun je het effect zelf zien? Kleine testjes voor thuis
- Helaas, 4 centimeter is te klein om met het blote oog te zien — al probeerde m’n oom uit Groningen laatst een meeting met zijn bouwlaser, maar zonder veel resultaat
- Je kunt wel een maansverduistering plannen en bijhouden, maar het verschil tussen bijvoorbeeld 1997 en 2024 is… tja. Minuscuul. Maar als je zin hebt voor een langetermijnproject: houd een schriftje bij, wie weet wordt het ooit wat waard
- Wil je toch iets “voelen”? Ga eens ’s nachts over het strand in Zandvoort lopen—bewust van de kracht van de maan, al is het maar symbolisch.
En nu…?
Los van alle lasers, reflectoren en pubquiz-feiten: ik vind het geruststellend en ongerust tegelijk. De maan glipt weg, maar zo langzaam dat we het niet eens merken. En toch is het een reminder dat zelfs de meest vaste dingen in de kosmos uiteindelijk veranderen. Misschien zou je vriendin zeggen: “rustig aan, alles schuift uiteindelijk toch een beetje op zijn plek”.
Heb je er ooit over nagedacht? Of is het zo’n weetje uit de categorie ‘leuk voor het WK-voetbal’, maar verder totaal onbruikbaar? Deel je ideeën of maangeheimpjes hieronder – in elk geval ga ik binnenkort weer beter kijken naar de maan, zolang ze nog bij ons is. Nou ja, u snapt het wel…