Verwachtingen en juridische hindernissen
Een federale rechter heeft een terugslag veroorzaakt voor de pogingen van het ministerie van Justitie om een nieuwe aanklacht in te dienen tegen voormalig FBI-directeur James Comey. De rechter verbood tijdelijk dat aanklagers bewijs gebruikten dat zij aanvankelijk hadden gebruikt bij het verkrijgen van strafrechtelijke beschuldigingen.
De uitspraak, gedaan op zaterdagavond door rechter Colleen Kollar-Kotelly van het Amerikaanse districtsrechtbank, sluit niet uit dat het ministerie van Justitie op korte termijn opnieuw een poging kan doen om Comey te vervolgen. Echter, het suggereert dat aanklagers dat mogelijk zonder verwijzing naar communicatie tussen Comey en een goede vriend, professor Daniel Richman van Columbia University, zullen moeten doen.
De oorspronkelijke beschuldiging en later verloop
In september werd Comey beschuldigd van liegen tegen het Congres, nadat hij had ontkend dat hij een collega had gemachtigd als anonieme bron voor mediarapportages over de FBI. Bij het nastreven van deze zaak verwezen de aanklagers naar berichten tussen Comey en Richman, waarin zij beweerden dat Comey goedkeurde dat Richman contact had met journalisten over FBI-gerelateerde onderwerpen.
De zaak werd vorige maand afgewezen nadat een andere federale rechter had geoordeeld dat de aanklager, Lindsey Halligan, onwettig was aangesteld door de Trump-administratie. Dit betekende echter niet dat de overheid definitief afstand deed van de mogelijkheid om opnieuw belastingen tegen Comey in te dienen, een lange tijd vijand van president Donald Trump.
Betrokkenheid van Richman en de beveilingskwesties
Na de afwijzing zochten advocaten van Richman een gerechtelijk bevel om te voorkomen dat het ministerie van Justitie toegang kreeg tot zijn computerbestanden. Het ministerie had deze bestanden in 2019 en 2020 met zoekopdrachten verworven in verband met een onderzoek naar medialeaks, dat later werd gesloten zonder aanklachten.
De autoriteiten doorzochten de bestanden op communicatie tussen Comey en Richman, die mogelijk voor de zaak konden worden gebruikt. Echter, Richman en zijn advocaten stellen dat de aanklagers de reikwijdte van de zoekopdrachten te buiten gingen, communicatie illegaal behielden die ze hadden moeten vernietigen of teruggeven, en zonder vergunning nieuwe zoekopdrachten op de gegevens uitvoerden.
Rechterlijke beslissing en de reikwijdte van de beperkingen
Rechter Kollar-Kotelly stelde Richman op zaterdagavond in het gelijk door een tijdelijk verbod op te leggen. Ze gaf het ministerie van Justitie de opdracht om “niet te beschikken over de betrokken materialen zodra ze zijn geïdentificeerd, gescheiden en beveiligd”, en verboof het delen, verspreiden of openbaar maken van deze materialen zonder voorafgaande toestemming van de rechtbank.
Het ministerie heeft tot maandagmiddag de tijd om te bevestigen dat het in overeenstemming is met deze maatregel. De order blijft van kracht tot vrijdag of totdat de rechtbank deze opheft, afhankelijk van wat het eerst plaatsvindt.
Verwachte gevolgen en de context van de beperkingen
Richman’s advocaat stelde dat zonder het injunctie, hij onherstelbaar zou worden geschaad door de voortdurende schending van zijn vierde-amendementrechten, doordat de regering zijn computer en gerelateerde materialen blijft bewaren. Het ministerie van Justitie heeft zich op zondag niet uitgesproken over de rechtszaak en de mogelijke heropleving van de aanklachten tegen Comey.
Het blijft onduidelijk of het ministerie nieuwe aanklachten kan formuleren, zelfs als het vertrouwt op Richman’s communicatie. Comey’s advocaten benadrukken dat de verjaringstermijn voor dergelijke zaken reeds is verstreken; de getuigenis voor het Congres dateert van 30 september 2020, meer dan vijf jaar geleden.
Een andere poging van het ministerie om een nieuwe aanklacht in te dienen tegen Letitia James uit New York, die ook als een tegenstander van Trump wordt gezien en door Halligan werd aangeklaagd, faalde vorige week toen een grote jury weigerde de aanklachten te ondertekenen.



