Het juridische dilemma rond James Comey en de inbreuk op constitutionele rechten
Europees nieuws

Het juridische dilemma rond James Comey en de inbreuk op constitutionele rechten

De beslissing van de Amerikaanse rechter over de computerbestanden

De Amerikaanse forensische zaak is recentelijk geconfronteerd met een zware klip. De rechter heeft geoordeeld dat het ministerie van Justitie de grondwettelijke rechten van een goede vriend van James Comey heeft geschonden. Volgens de rechter moet het ministerie de computerbestanden teruggeven die zij hadden gebruikt om mogelijk een strafzaak tegen de voormalige FBI-directeur op te zetten. Deze uitspraak vormt niet alleen een kritische evaluatie van het gedrag van de aanklagers, maar vormt tevens een aanzienlijke belemmering voor de poging van de overheid om opnieuw een aanklacht tegen Comey in te dienen nadat een eerste aanklacht vorige maand werd verworpen.

De zaak rondom de computerbestanden en communicatie

De rechtszaak betreft elektronische bestanden en communicatie die de onderzoekers jaren geleden hadden verkregen van Daniel Richman, een collega van Comey en hoogleraar recht aan de Columbia University. Deze gegevens werden tijdens een onderzoek naar lekken aan de media geïnterimeerd en dat onderzoek eindigde zonder verdere aanklachten. Desondanks bleef het ministerie van Justitie deze bestanden vasthouden en voerde het in de herfst van dit jaar zonder nieuw gerechtelijk bevel daarop zoekingen uit. Dit alles was bedoeld om een zaak op te bouwen tegen Comey, waarin hij zou worden beschuldigd van het liegen voor het Congres vijf jaar geleden.

De beschuldigingen van Richman en de reactie van de rechter

Richman beweert dat het ministerie van Justitie zijn rechten onder het vierde Amendement heeft geschonden door zijn gegevens te blijven bewaren en door zonder bevel recherches op de bestanden uit te voeren. Dit leidde tot een tijdelijke bevel van de rechter vorige week, dat het openbaar ministerie verbood om de bestanden te benaderen in het kader van het onderzoek. Het ministerie stelde dat de terugvordering van de gegevens enkel bedoeld was om een nieuwe vervolging van Comey te hinderen. Maar de rechter oordeelde vrijdag in een uitgebreid document van 46 pagina’s dat de overheid de bestanden aan Richman moet teruggeven. Ze stelde dat wanneer de overheid de grenzen van de redelijke zoekingen en inbeslagname, zoals vastgelegd in het vierde Amendement, overschrijdt, het passend is dat deze de eigendom teruggeeft aan de rechtmatige eigenaar.

De mogelijkheid tot verdere maatregelen en de situatie rond Comey

De rechter heeft de overheid toegestaan om een elektronische kopie van Richman’s bestanden in de zuidelijke rechtbank van Virginia onder zeil te bewaren. Suggesties werden gedaan dat de autoriteiten later een wettelijk gerechtvaardigde zoekopdracht kunnen uitvoeren om toegang te krijgen tot de gegevens. Het ministerie van Justitie beweert dat Comey Richman gebruikte om informatie te delen met de media over zijn besluitvormingsproces tijdens het FBI-onderzoek naar Hillary Clinton’s e-mail server. In september werd hij beschuldigd van het liegen tegen het Congres door te ontkennen dat hij een medewerker had gemachtigd om anoniem bronnen te leveren aan de media.

De aanklacht werd vorige maand afgewezen omdat de procureur die de zaak had aangedragen, Lindsey Halligan, volgens de rechter onrechtmatig door de Trump-administratie was aangesteld. Desalniettemin blijft de mogelijkheid bestaan dat de overheid de aanklachten opnieuw probeert, mede omdat Comey, die al jaren een vijand van President Donald Trump is, zich steeds onschuldig heeft verklaard en zichzelf niet schuldig aan enige leugen of misleiding heeft verklaard.

De geschiedenis en implicaties van de zaak Comey

Het verhaal rondom Comey en de gerelateerde juridische procedures strekt zich uit over meerdere jaren. In juni 2017, een maand nadat Comey als FBI-directeur werd ontslagen, getuigde hij dat hij Richman een kopie had gegeven van een memo waarin hij een gesprek met Trump documenteerde. Hij stelde ook dat hij hem had gemachtigd om de inhoud van die memo met een journalist te delen. Vervolgens gaf Richman toestemming aan het FBI om een volledige elektronische kopie van al zijn bestanden te maken, onder beperkte voorwaarden.

In 2019 en 2020 verkreeg het FBI en het ministerie van Justitie zoekbevelen om Richman’s e-mailaccounts en computerschijven te doorzoeken, als onderdeel van hetzelfde onderzoek dat eindigde zonder aanklachten. Hoewel deze bevelen in omvang beperkt waren, beweert Richman dat de overheid meer gegevens had verzameld dan toegestaan, inclusief persoonlijke medische informatie en gevoelige correspondentie. Daarnaast heeft Richman aangegeven dat het ministerie van Justitie ook zonder nieuw bevel in september de bestanden heeft doorzocht, wat volgens hem in strijd is met zijn rechten.

Volgens de rechter is de voortdurende bewaring van Richman’s bestanden door de overheid een onredelijke en voortdurende inbreuk op zijn rechten, zoals vastgelegd in het vierde Amendement.

Spread the love