De betrokkenheid van Jim France bij de organisatie
Jim France, voorzitter van NASCAR, heeft recentelijk een stevige positie ingenomen in een lopend juridisch geschil. Tijdens een hoorzitting in een federale rechtbank in Charlotte, Noord-Carolina, verduidelijkte hij dat de adviezen van zijn overleden ouders een belangrijke rol speelden in zijn standpunt over de toekenning van permanente charters aan raceteams in een nieuw verdelingsmodel van de inkomsten.
De rechtszaak betreft een antitrust-zaak aangespannen door teams die bezwaar hebben tegen de nieuwe regels. France, die al sinds zijn jeugd betrokken is bij het familiebedrijf, benadrukte dat hij werd opgevoed volgens twee kernprincipes: altijd op tijd betalen en de belofte nakomen. Deze principes bepalen volgens hem zijn houding ten opzichte van de contractuele afspraken binnen NASCAR.
Achtergrond van NASCAR en de principiële standpunten
De organisatie, opgericht in 1948 door Bill France Sr., is sinds de oprichting in privébezit van de familie France. France’s uitspraken continueerden dat hij zich niet comfortabel voelde bij het maken van eeuwigdurende toezeggingen vanwege de snelle veranderingen in de sport en de onzekerheid over de toekomst.
Hij verklaarde dat hij geen garanties kon geven over de lange termijn en dat het maken van dergelijke toezeggingen niet in overeenstemming was met de principes die hij van zijn ouders meekreeg. Deze overtuiging beïnvloedde de beslissing om geen permanente charters aan te bieden in de undertekende agenda van 2025.
De rol van communicatie en afspraken voorafgaand aan de rechtszaak
Daarnaast is gebleken dat de communicatie tussen France en belangrijke betrokkenen, zoals Roger Penske, essentieel was voor het uitstellen van de definitieve documenten. France had beloofd dat hij persoonlijk met Penske zou spreken voordat de documenten werden verstuurd, wat nog niet was gebeurd op het moment dat de final drafts werden verzonden, dicht tegen de deadline.
Volgens getuigen zou France zijn woord hebben gehouden, hetgeen volgens getuigen de betrouwbaarheid van zijn toezeggingen onderstreept. Toch weigerden enkele teams, waaronder 23XI Racing en Front Row Motorsports, de documenten te ondertekenen en dienden in plaats daarvan een rechtszaak in, waarbij zij bezwaar maakten tegen de voorwaarden.
De juridische procedure en getuigenverklaringen
Tijdens de zittingen werd duidelijk dat France’s geheugen op meerdere punten vaag bleef, vooral over belangrijke details zoals de aandelenverdeling en zijn eigen salaris. Het aandeel van France in NASCAR wordt geschat op 54%, terwijl Vice-voorzitter Lesa France Kennedy 36% bezit.
Het juridische proces kenmerkt zich ook door getuigenissen van andere betrokkenen, waaronder een econoom die beweerde dat de schattingen van de schade aan NASCAR onjuist waren, op basis van vergelijkingen met Formule 1’s winstgevendheid en groeipercentage.
Wat staat er op het spel?
De rechtszaak wordt naar verwachting vrijdag afgerond. Indien NASCAR de zaak verliest, zal een rechter uit de Verenigde Staten bepaalde maatregelen kunnen treffen, zoals het dwingen tot verkoop van de organisatie of de racetracks, en het herzien van het chartersysteem.
Voor teams zoals 23XI Racing en Front Row Motorsports is het cruciaal dat zij de gewenste charterstatus verkrijgen; het ontbreken hiervan kan betekenen dat zij het Racing niet voortzetten. Beide teams hebben aangegeven te zullen stoppen als ze niet worden erkend als gecharteerde teams.



