Je denkt vast: wat kan er nou misgaan met gewoon “hoi” zeggen tijdens je reis? Pas nog, op Schiphol, zag ik weer zo’n ongemakkelijk moment — een Nederlandse toerist die enthousiast en vol uitgestoken hand werd begroet in Japan… en je raadt het al: verbazing, lichte paniek bij de locals, snel hoofdknikken. Het lijkt misschien een kleinigheid, maar geloof me — de manier waarop je in Azië groet, zet meteen de toon. Een verkeerde stap en je hebt direct een stempel als lompe buitenlander. Maar hoe voorkom je dat? Geloof me, ik ben er zelf ook een paar keer ingetuind.
De valkuil: Niet elke handdruk is welkom
In Nederland steken we bij wijze van spreken zelfs de bakker nog de hand toe. Maar als je in Vietnam, Thailand of Japan ongevraagd een hand uitsteekt, kun je flink onderuit gaan — figuurlijk dan. Veel Aziatische culturen snappen de handdruk, maar het wordt ervaren als te dichtbij, te intens. Vooral nu, na corona, zijn veel mensen extra voorzichtig geworden.
En toch zie ik het elke keer weer — Nederlanders die automatisch hun “hallo” kracht bijzetten met een stevige handdruk. Mijn collega vertelde laatst over een zakenreis naar Seoul; hij merkte dat hij na een dag al het gevoel kreeg dat iedereen uit zijn buurt bleef. Achteraf hoorde hij: je hand uitsteken wordt daar als opdringerig ervaren. Tja, niet iets waar je op zit te wachten als je nieuwe vrienden wil maken of deals rond wil krijgen.
Hoe werkt het dan wel?
- Japan: Alleen buigen. Hoe lager en langer het buigen, hoe meer respect je toont. Simpel, maar ik vergis me ook nog wel eens in de juiste hoek — kleine details doen ertoe.
- Thailand: De “wai”. Handen tegen elkaar, licht buigen. Let op: je palmen niet te hoog, dat is voor boeddhistische monniken. Trouwens, probeer nooit iemand zomaar aan te raken — zo zei mijn buurman uit Amersfoort, die een keer verkeerd een lokale vriend begroette (lichte chaos, iedereen lachte maar het was best genant).
- China: Licht knikken is prima — soms geven mensen wel een hand, maar alleen als je elkaar al kent.
Waarom is het zo gevoelig?
Ik vroeg het laatst nog aan een bevriende gids in Bangkok. Ze zei: “Voor ons is begroeten een kwestie van respect tonen en harmonie bewaren. Fysiek contact is meestal voor familie of close friends.” In onze westerse bubbel staan we daar niet zo bij stil. Maar in Azië kan het zelfs beleefdshandelen op het spel zetten — en ja, dat geldt ook buiten de grote steden.
eigenwijs als we zijn, vergeten we dat cultuurverschillen vaak groter zijn dan ze lijken. Ooit in Ho Chi Minh City liet ik enthousiast de hand schudden zien — reactie? Een ongemakkelijke glimlach, meer niet. Misschien dacht hij dat ik politiek wilde discussiëren, ik weet het niet…
Zo pas je je makkelijk aan
- Neem even de tijd om lokale etiquette te lezen voor vertrek. Geen uren studeren — een overzicht op 9292.nl is al genoeg.
- Kijk goed wat de locals doen. Echt, gewoon even observeren voordat je op iemand afstapt.
- En als je twijfelt? Gewoon vriendelijk knikken, niet forceren. In de meeste gevallen waarderen mensen je respectvolle houding meer dan een perfecte begroeting.
Tot slot (en toch niet helemaal)
Dus — als je deze zomer richting Azië vliegt, neem even afstand van die automatisme-handdruk. Leer een simpele buiging, kijk eerst hoe anderen het doen en geniet gewoon van die andere manieren van contact. Wie weet, misschien krijg je zelfs meer dan alleen een glimlach terug. Of, nou ja, soms blijft het alleen bij die glimlach… In elk geval — benieuwd naar jullie genante of juist geslaagde begroetingen op reis. Deel het hieronder!