Wist je dat het fluiten van de huismus in jouw achtertuin misschien binnenkort verleden tijd is? Afgelopen maand struinde ik nog in mijn Haarlemse wijk — ineens viel het stil op plekken waar een paar jaar terug nog altijd roodborstjes te horen waren. De trend is niet nieuw, maar eerlijk gezegd schrik ik er elke lente weer van. Maar waarom verdwijnt die vogelpracht zo ongemerkt uit onze directe omgeving?
Een zorgelijke stilte: minder vogels in je tuin
Als je net als ik al jaren vogelvoer strooit — halve boterham, restje appel, dat werk — is het frustrerend als je na maanden nog steeds weinig bezoek krijgt. Onderzoek van Sovon Vogelonderzoek Nederland laat zien: soorten als de huismus, spreeuw en de spreeuw zijn in twintig jaar tijd tot een kwart verminderd in stedelijke gebieden. Bizar toch? Vooral omdat je het bijna niet merkt. Vogels verdwijnen stilletjes, alsof niemand het echt in de gaten heeft.
Waarom trekken vogels weg uit de Nederlandse tuinen?
- Verstening: Onze tuinen worden steeds vaker betegeld of omgebouwd tot ‘onderhoudsvrije’ plekken. Mijn buurvrouw — altijd in de weer met het bladblazer — klaagt over blaadjes, maar beseft niet dat al het groen juist de schuilplaats van vogels is.
- Minder voedsel: Door minder bloemen, struiken en insecten wordt er gewoon minder gegeten. Volgens mijn collega, die de moestuin in zijn achtertuin bewaakt als Fort Knox, zijn bijvoorbeeld minder bijen en rupsen ook funest voor jonge vogeltjes.
- Klimaatverandering: Extreem weer, warmere winters — vogels raken letterlijk de weg kwijt. Recent in ons buren-chat nog, regende het wéér jonge merels na een storm. Niet iedereen beseft hoe kwetsbaar zo’n klein roodborstje eigenlijk is…
Vogelsoorten die je nu zelden nog ziet (zonder dat het direct opvalt)
Geen dramatische uitsterf-verhalen, maar eerlijk: wanneer heb jij voor het laatst een groenling of veldleeuwerik op je balkon gespot? Ik moest er echt even over nadenken.
- Huismus — vaste gast, nu ineens schaars
- Spreeuw — vooral jonge vogels lijken praktisch ‘op’
- Groenling — mijn moeder in Utrecht zag er vorig jaar precies één
- Merel — nog te horen bij zonsopkomst, maar stukken minder luid
In onze straat vraagt men zich soms af: “Misschien zijn ze gewoon op vakantie?” Maar Sovon-data spreken duidelijke taal — sommige populaties dalen jaar-op-jaar.
Wat kun je zelf doen — werkt dat eigenlijk?
Natuurlijk kun je bloemen zaaien, nestkastjes ophangen, voor water zorgen. Maar ik geef toe: ik heb maanden geleden een nieuw vogelbadje gezet — er kwam precies één koolmees op af. Misschien doe ik iets niet goed, of misschien duurt het simpelweg even voordat het ‘werkt’. Hier een paar snelle stappen die écht kunnen schelen:
- Zorg voor variatie in je tuin (hogere planten, struiken met bessen, bloemen die insecten trekken)
- Laat eens wat bladeren liggen, vooral in de herfst — vogels zoeken hierin voedsel
- Gebruik sowieso geen gif of chemicaliën
- Hang nestkastjes op verschillende plekken en houd die schoon (tip van mijn vader, werkt verrassend goed in Dordrecht)
Hoewel misschien niet alle tips direct resultaat geven, merk je soms na weken tóch verschil. En — hoewel ik niet zeker weet of het voor iedereen zo uitpakt — zo’n tuinvogel aan je ontbijttafel heeft toch iets bijzonders.
Even nuchter: verdwijnen vogels echt “voor altijd”?
Vogelpopulaties zijn grillig — sommige soorten komen vanzelf terug als de omstandigheden goed zijn. Er zijn zelfs geluiden (zoals mijn oma zegt: “De natuur herstelt zichzelf, maar geef ‘m wel wat tijd”). Toch ben ik er niet helemaal gerust op. Zolang onze tuinen blijven veranderen, blijft het spannend welke vogels we volgend voorjaar wél of juist helemaal niet meer horen.
Kortom: even opletten dus wat er letterlijk en figuurlijk bij je eigen achterdeur gebeurt. Wat doe jij eigenlijk om het leven in je tuin te houden? Of merk je er (nog) niets van? Laat het gerust weten in de reacties – want hoe meer ideeën, hoe beter. In ieder geval, ik laat dat vogelbadje nog maar even staan… wie weet.