Herinnert u zich die ene oude boerderij net buiten Haarlem, met die heerlijke lichte woonkamer — en altijd zo’n ontspannen sfeer? Nu blijkt dus dat veel van die oude Nederlandse huizen onbewust gebouwd zijn op een eeuwenoude feng shui-regel. Ik kwam hier onlangs achter na een gesprek met mijn buurman, notabene historicus, en sindsdien kan ik het idee niet meer loslaten.
Het klinkt een beetje zweverig misschien, maar laten we eerlijk zijn: waarom voelen sommige plekken nu eenmaal fijner dan andere? En waarom bleven onze voorouders in Nederland generaties op dezelfde plek wonen? Misschien weet die oude wijsheid uit de 16e eeuw toch meer dan we denken… of verzin ik het. In elk geval – ik ben erin gedoken.
De Hollandse ‘Wind-Water’-logica: geen toeval
Iedereen kent het Chinese feng shui, maar wist u dat Nederland al sinds begin 16e eeuw haar eigen ‘energie-architectuur’ kende? Onlangs las ik in een lokaal archief dat boeren in Noord-Holland hun huizen altijd met de deur richting oosten bouwden — geloofden ze, was beter voor de gezondheid én de oogst. Dat heeft niets met bijgeloof te maken, eerder met slim inspelen op zonlicht, wind en vochtigheid (en ja, ook mollen — die zijn dol op vochtige schaduwplekken!).
Mijn oma, opgegroeid in de kop van Noord-Holland, zei vroeger altijd: “Wie met zijn deur naar het westen woont, vangt meer storm dan zon.” Ze had er geen studie voor gedaan, maar haar huis stond altijd droog, licht en… tja, gewoon prettig. Klinkt herkenbaar?
Zo werkte (en werkt) het principe — stap voor stap
- Zonoriëntatie: Een huis met grote ramen op het oosten of zuiden krijgt heerlijk ochtendlicht, perfect voor energieke starts. Probeer het maar eens in je huidige woning.
- Bescherming tegen de wind: Noord- en westgevels stonden “gesloten” of zelfs begroeid met klimop. Minder tocht, minder koude muren, lagere stookkosten. Niet gek voor 1500, toch?
- Waterafvoer: Fundering net iets hoger, deuren nét boven straatniveau. Typisch voor Amsterdamse grachtenpanden — en reuze handig als het weer eens giet (zoals vorige week nog…).
- De input van de buurt: Iedereen bouwde ‘zoals de buren’. Je moest wel, want een scheve deur leverde in het dorp gegarandeerd commentaar op. Nu klinkt het streng, maar het zorgde wel voor samenhang.
Viel me laatst ook op bij een wandeling door Volendam: bijna alle oude huizen hebben een soortgelijke indeling, zo’n vertrouwd binnenkomen — direct zonlicht, weinig rommel bij de ingang. Misschien geen toeval…
Moet je hier nu écht nog wat mee?
Tja, eerlijk is eerlijk — in onze moderne appartementen lijkt dat allemaal wat minder haalbaar. Maar zelfs met een flatje aan de Bijlmer kun je iets doen: schuif je bureau naar het raam op het oosten, zet die bank niet pal tegen het koude noordmuurtje. Mijn collega deed het, en ineens klaagde hij minder over z’n ochtendhumeur.
En nog steeds zweren interieurontwerpers en lokale makelaars bij deze aanpak; niet voor niets vind je op Funda regelmatig verwijzingen naar “veel lichtinval” of “voordeur op het zuiden”. Misschien zelfs een beetje stiekeme oer-Hollandse feng shui-marketing…
Zelf proberen? Drie simpele tips:
- Kijk wanneer en waar de zon je huis binnenvalt — en herindeling is soms makkelijker dan je denkt.
- Zorg voor dichte gordijnen aan windzijde. In oudhollandse dorpen doen ze dat nog steeds, vooral tegen tocht.
- Is je hal rommelig? Geef het wat lucht en zorg voor direct daglicht. ‘t voelt echt anders, geloof mij nou — of lees anders even wat mijn moeder schrijft op WhatsApp hierover.
Dus ja, deze 500 jaar oude Hollandse feng shui-regel klinkt oubollig, maar werkt verrassend goed als je hem slim toepast. Misschien is het bijgeloof, misschien gewoon gezond verstand – dat laat ik aan u over. In ieder geval: heeft u zelf nog een oud-Hollands inrichtingstrucje of tip? Deel het vooral hieronder.
In het kort: als het na vijf eeuwen nog werkt, waarom nu niet gewoon even proberen?