De beslissing van de Federal Reserve om de rente te verlagen
Op woensdag heeft de Federal Reserve voor de derde achtereenvolgende keer de belangrijkste rente verlaagd. Deze maatregel werd aangekondigd in een periode waarin de centrale bank aangeeft mogelijk in de komende maanden de rente niet verder te zullen aanpassen. Deze rentewijziging volgt op een bijeenkomst die twee dagen duurde en wordt beschouwd als onderdeel van een breder beleidsproces om de economie te sturen.
De inhoud van de aankondiging en de economische context
In een verklaring na afloop van de vergadering maakte de Federal Reserve duidelijk dat de rente, momenteel geschat op ongeveer 3,6%, het laagste niveau is sinds bijna drie jaar. Het verlagen van de rente verlaagt op termijn de kosten voor leningen voor hypotheken, autoleningen en creditcards, hoewel marktwerking ook invloed kan hebben op deze tarieven. Opvallend was dat drie officials zich-uitgesproken hebben tegen de maatregel, het hoogste aantal in zes jaar, wat wijst op verdeeldheid binnen de commissie die doorgaans consensus nastreeft.
Politieke en marktfragmentaties
De verdeeldheid binnen de Federal Reserve blijkt eveneens uit de prognoses voor 2026. Zeven leden voorzien geen verdere renteverlagingen in dat jaar, terwijl acht verwachten dat de centrale bank twee of meer keren zal moeten ingrijpen. Vier leden steunen slechts een enkele verlaging. Aan de besluitvorming nemen twintig leden deel, maar slechts negentien stemmen hierover.
Toekomstige beleidslijnen en signalen van de voorzitter
Tijdens een persconferentie benadrukte voorzitter Jerome Powell dat de Federal Reserve mogelijk in januari geen verdere renteverlagingen doorvoert. Hij voegde eraan toe dat de Fed de inkomende economische gegevens zorgvuldig zal evalueren en dat ze “goed gepositioneerd” zijn om af te wachten hoe de economie zich ontwikkelt. Tegelijkertijd stelde hij dat een renteverhoging uitgesloten is.
Inflatie en werkgelegenheid als bepalende factoren
Het besluit werd genomen in een context van toenemende inflatie die bij veel Amerikanen voor hoge kosten zorgt in onder meer levensmiddelen, huur en nutsvoorzieningen. Sinds de COVID-pandemie is de consumenteninflatie met 25% gestegen. Ondanks dat de inflatie in september volgens het door de overheid geprefereerde inflatie-index 2,8% hoger was dan een jaar eerder, blijft dit onder de pieken van drie jaar geleden, maar het blijft een last voor huishoudens.
De economische situatie en arbeidsmarkt
De arbeidsmarkt ondervindt eveneens uitdagingen. Het aantal nieuwe banen is dit jaar sterk afgenomen en de werkloosheid is de afgelopen drie maanden gestegen tot 4,4%, het hoogste in vier jaar. Ondanks de lage werkloosheid blijven ontslagen beperkt, wat overeenkomt met een zogeheten “lage aanname, lage ontslag”-markt.
De rol van importtarieven en inflatie
Powell merkte op dat de inflatie in goederen sinds september is toegenomen, vooral als gevolg van importtarieven. Hij verklaarde dat indien men de tarieven wegdenkt, de inflatie in de lage2%-range ligt en dat de tariefgerelateerde prijsstijgingen een eenmalige gebeurtenis zouden moeten zijn.
Voorspellingen en beleidsverwachtingen
De afwezigheid van recente economische data sinds het einde van de overheidsshutdown op 13 november heeft de verdeeldheid binnen de Fed versterkt. Bij de volgende vergadering eind januari kunnen de commissieleden, met tot drie maanden aan economische rapportages, hun beleidsbeslissingen opnieuw heroverwegen. Een verslechtering van de arbeidsmarkt zou kunnen leiden tot verdere renteverlagingen.
Toekomstige leiders en politieke invloeden
Te midden van deze beleidsdiscussies speelt de politieke context. President Donald Trump zou eventueel later deze maand een nieuwe voorzitter voor de Federal Reserve kunnen benoemen ter vervanging van Powell, die zijn ambt in mei beëindigt. Trump hintte dat hij mogelijk Kevin Hassett, zijn hoofdadviseur op economisch gebied, als opvolger ziet. Hassett heeft eerder gepleit voor lagere rente, maar recentelijk gaf hij via een interview aan dat de ingelegde data leidend zullen zijn voor toekomstige beslissingen.



