Een zorgwekkende toename van de kosten geeft het gevoel van een sombere feestperiode
Uit een recent onderzoek van AP-NORC blijkt dat deze feestdagen minder vrolijk zijn voor Amerikaanse shoppers. De meerderheid van de volwassenen in de Verenigde Staten heeft gemerkt dat de prijzen voor basisproducten zoals boodschappen, elektriciteit en cadeaus voor de feestdagen hoger liggen dan gebruikelijk. Dit heeft geleid tot een gevoel van financiële onzekerheid en onrust onder de bevolking.
De gevolgen voor consumenten en hun koopgedrag
Veel Amerikanen grijpen naar spaargeld, zoeken actief naar aanbiedingen en voelen dat de economie vastzit, vooral onder de regering van president Donald Trump. Ruim 50% van de ondervraagden meldt dat het moeilijker is geworden om de cadeaus te kopen die zij voor de feestdagen willen geven. Daarnaast stellen velen grote uitgaven uit of verminderen ze hun niet-essentiële aankopen.
In de context van de inflatie, die nog steeds aanwezig is ondanks dat deze in de afgelopen maanden is afgenomen, proberen mensen hun budget zo goed mogelijk te beheren. Verschillende respondenten geven aan dat ze bijvoorbeeld meer gebruik maken van “koop nu, betaal later”-regelingen om de kosten over een langere periode te spreiden.
De invloed van politieke besluitvorming op de economische situatie
President Trump blijft volhouden dat er geen sprake is van inflatie en dat de Amerikaanse economie florissant is. Hij uitte onlangs op Truth Social kritiek op de meeste opiniepeilingen en benadrukte dat de Amerikaanse grootheid weer moet worden erkend. Desondanks blijft 68% van de Amerikanen van mening dat de economie slecht presteert, een percentage dat sinds december 2024 niet is veranderd.
De politieke leiding probeert het vertrouwen van de burgers in de economie te herstellen door Trump op campagne te sturen om de situatie in het land onder de aandacht te brengen. Tegelijkertijd wijst hij op de prijscorrecties die hij met zijn tarieven heeft veroorzaakt en zegt dat consumenten minder speelgoed en kinderpotloden moeten kopen.
Impact op het dagelijks leven en koopgedrag
Voor veel gezinnen is het moeilijker dan gewoonlijk om de gewenste goederen te kopen. Sommige respondenten geven aan dat ze meer gebruik maken van aanbiedingen, terwijl anderen meer in spaargeld duiken. Mensen met verschillende politieke voorkeuren passen hun uitgavenpatronen aan, waarbij Democraten vaker vertellen dat ze bezuinigen of op zoek gaan naar goedkopere producten, terwijl ook veel Republikeinen hun uitgaven verminderen.
Het prijsniveau blijft onder de aandacht, zelfs drie jaar nadat de inflatie in 2022 op het hoogste punt in decennia stond. Mensen merken dat de hogere prijzen niet alleen voor boodschappen en cadeaus gelden, maar ook voor elektriciteit en brandstof.
De invloed van handelsbeleid en economische onzekerheid
De invoering van Amerikaanse importtarieven door Trump heeft de inflatiedruk verder opgevoerd, wat bij veel consumenten zorgen baart over de stabiliteit van de economie. De spaarpotten worden aangesproken, en sommige mensen passen hun koopstijl aan door bijvoorbeeld lokale aankopen te doen of alleen nog in fysieke winkels te kopen.
Ondanks het negatieve sentiment blijft de consumentenbesteding relatief veerkrachtig, hoewel sommige respondenten, zoals de docent Andrew Russell uit Illinois, aangeven dat ze voorzichtig zijn geworden door de handelsbelemmeringen en de economische onzekerheid.
Vooruitzichten en verwachtingen voor 2026
Er is weinig optimisme dat de economie volgend jaar significant zal verbeteren. Veel Amerikanen verwachten dat de situatie zelfs slechter zal worden of nauwelijks zal veranderen. Slechts ongeveer 20% gelooft dat het beter zal gaan, vooral onder Republikeinen die iets meer vertrouwen hebben in de vooruitzichten.
Het sentiment blijft donker, vooral bij mensen die afhankelijk zijn van overheidssteun en sociale voorzieningen. Sommigen, zoals Millicent Simpson uit Ohio, vrezen dat de economische druk door beleidskeuzes van Trump verder zal toenemen.
Het rapport is gebaseerd op een peiling onder 1.146 volwassenen, uitgevoerd tussen 4 en 8 december, met een foutmarge van plus of min 4 procentpunten.
