We denken vaak dat alles al is ontdekt — en toch, vorige maand kwam er een vondst binnen die, volgens een archeoloog uit Leiden, alles verandert. Een klein stuk metaal, ergens bij een vergeten opgraving in Noord-Holland, zorgde plots voor rumoer in de wandelgangen van de universiteit. Kan één object werkelijk de hele geschiedenis herschrijven? Het klinkt overdreven… maar ik was meteen nieuwsgierig.
Wat is er precies gevonden?
De ontdekking kwam aan het licht tijdens een routineproject — zo’n klus die bij de meeste archeologen op de automatische piloot draait. Maar, zoals mijn collega uit de studentenkantine zei: “Juist dan stuit je op iets geks”. Het object: een ingewikkeld bewerkt stukje koper, met inscripties die alles behalve Romeins ogen. Volgens dr. S. Jansen (die al jaren colleges geeft aan de Universiteit Leiden) doet het denken aan handelsroutes die tot nu toe als onmogelijk werden gezien.
En om eerlijk te zijn: ik heb zoiets nog nooit gezien. Zelfs mijn oud-docent, die de helft van zijn pensioen doorbrengt in het Rijksmuseum van Oudheden, was onder de indruk. De tekst op het stukje metaal zou, als het klopt, kunnen wijzen op contacten tussen Nederlandse stammen en gebieden zo ver weg als de Kaukasus — waanzin, zou je denken.
Waarom is deze vondst zo belangrijk?
- De inscriptie is ouder dan veel van wat nu in de canon staat
- Het wijst op verre contacten en handel, terwijl we dachten dat onze regio vrij geïsoleerd was
- De techniek waarmee het gemaakt is, doet denken aan methodes uit het oude Mesopotamië
Vorige week nog, in ons teamoverleg, zei iemand: “Als dit geen vervalsing is, moeten sommige hoofdstukken in het geschiedenisboek gewoon herschreven worden”. Tja… misschien een beetje overdreven, maar het zet je toch aan het denken. Mijn buurvrouw — geschiedenislerares — is al bezig nieuwe lesplannen te maken. Of dat te vroeg is? Misschien wel.
Hoe wordt de vondst onderzocht?
In Leiden is men voorzichtig — te vaak bleek iets sensationeels uiteindelijk gewoon een grap of vergissing (de Piltdown-mens, het blijft genant). Eerst is er materiaalonderzoek, daarna proberen ze de inscriptie te ontcijferen. De afdeling Tekstanalyse heeft er hun handen vol aan, hoorde ik gisteren in de lunchruimte.
Overigens, volgens mij is het net dat zoekwerk dat archeologie zo boeiend maakt: dagenlang puzzelen op details, oude potten schrapen, en dan plots — zo’n vondst. Maar goed, niet iedereen zal dit waarderen. In de lokale buurtapp werd vooral geklaagd dat het fietspad weer weken openligt.
Wat betekent dit voor ‘onze’ geschiedenis?
Het zette mij aan het denken: hoeveel verhalen over Nederland kloppen eigenlijk wel? Misschien waren we vroeger helemaal niet zo afgesloten van de rest van de wereld als altijd werd verteld door schoolboeken (en ja, ik weet dat ik wel eens te veel waarde hecht aan één vondst — het is de beroepsdeformatie, denk ik). Voor het zelfde geld blijkt het straks allemaal wat minder spectaculair, maar de discussie is in ieder geval geopend.
In het Leiden Museum hoorde ik vorige maand een gids tegen een groep kinderen zeggen: “Geschiedenis verandert elke keer opnieuw, zodra iemand iets nieuws opgraaft”. Dat is misschien wel het mooiste van dit vak. Je weet nooit wat je morgen in de grond aantreft. Of het onze kijk op het verleden nu definitief verandert — dat ontdekken we vanzelf.
In ieder geval: blijf nieuwsgierig, blijf vragen stellen… en wie weet graaf je zelf ooit iets op dat onze wereld op z’n kop zet.
In het kort — het verhaal wordt vervolgd. Deel gerust in de reacties of jij gelooft dat onze nationale geschiedenis écht aan herziening toe is… of dat archeologen soms iets te graag willen dat iets bijzonder is. Nou ja, u snapt het.