Wist je dat een kleine verandering in hoe je bank staat je dag volledig kan omgooien? Feng shui — eeuwenoud, misschien zelfs mysterieus — leeft anno 2024 ineens op in onze Nederlandse huizen. Vorige week nog vroeg mijn buurvrouw of ik iets afwist van die “energiebanen” waar iedereen het over heeft in ons wijkappje. En hoewel ik misschien niet alles geloof, is het fascinerend hoeveel mensen zweren bij de kracht van feng shui.
Wat is feng shui echt — en wat niet?
Er circuleren veel mythes, vooral in Nederland. Even voor de duidelijkheid: het gaat niet om zweverige rituelen met gongs en amuletten (hoewel mijn moeder er wél eentje boven de voordeur heeft hangen — voor het geluk, zegt ze). Feng shui draait in de basis om het in balans brengen van de omgeving, zodat je welzijn, rust en succes als vanzelf komen. Lang geleden — zo’n 3000 jaar dus — ontwikkelden Chinese meesters een systeem dat energie (qi) begeleidt via slimme inrichting.
En eerlijk: als ik mijn woonkamer opnieuw indeel, voelt het soms lichter. Of misschien beeld ik het me maar in…
Drie oude regels die verrassend praktisch blijken
- De commandopositie. Zet je bed, bureau of bank zó neer dat je de deur kunt zien, maar er niet direct tegenover zit. In Rotterdam zeggen ze: “Wie zicht heeft, slaapt rustiger.” Geen grap — ik heb er echt beter door geslapen.
- Alles begint bij de voordeur. Je entree moet vrij en uitnodigend zijn, zonder rondslingerende schoenen of reclamefolders. Een goede vriendin uit Utrecht zweert: als ze haar hal netjes houdt, komen er letterlijk meer leuke mensen over de vloer. Moeilijk te checken natuurlijk, maar… je merkt het vanzelf.
- Spiegels met beleid. In de Chinese traditie reflecteren spiegels niet alleen je uiterlijk, maar ook energie. Geen spiegel tegenover je bed dus (ik vind dat sowieso ongemakkelijk). Liever ergens waar het licht het huis in kaatst, bijvoorbeeld bij het raam.
Is feng shui bedoeld voor iedereen?
Kijk, niet alles werkt voor iedereen — dat moest ik laatst toegeven toen mijn collega zijn bureau expres tegen de muur draaide ‘omdat open ruimte te onrustig is.’ Toch zie ik steeds meer vrienden die met simpele trucs hun huis comfortabeler maken, zonder de halve inboedel te vervangen. De moraal? Je hoeft geen meester te zijn; een beetje aandacht voor indeling en licht kan al verschil maken.
En als je, zoals ik, soms erg veel twijfelt over het “waarom” van dingen: misschien wíl je gewoon soms even herschikken. Omdat het kan. Of misschien is het simpelweg leuk om iets nieuws te proberen zonder grote verbouwing.
Feng shui in Nederland: wat werkt écht?
Stel je woont — net als ik — in een typisch rijtjeshuis of een flat waar de woonkamer in de ochtend vol fel zonlicht staat. Volgens de feng shui-meesters uit het oude China is het belangrijk om dat licht niet te blokkeren met zware gordijnen of volle kasten. Gedeeltelijk ben ik het daarmee eens: als ik de gordijnen ‘s ochtends open, lijkt de dag soepeler te starten. Maar mijn buurman moppert dat hij zo vroeg wakker wordt van het licht, dus niet voor iedereen ideaal.
Wat ik geleerd heb: maak geen dogma van feng shui. Gebruik de oude wijsheid op jouw manier — een kamerplant hier, iets meer licht daar — en kijk wat het je brengt. Je hoeft niet alles te snappen om van meer rust in je huis te genieten. Sommige dingen moet je gewoon proberen… en misschien ontdek je per ongeluk dat je huis ineens veel meer “jou” voelt.
Tips voor vandaag (en één voor morgen)
- Bedenk een nieuwe plek voor je bank: kijk of ‘ie beter staat met zicht op de deur.
- Maak de entree vrij van spullen — echt, het verschil zie je meteen.
- Hang een plant bij het raam (geen nepexemplaar, liefst uit je lokale tuincentrum).
- Denk aan spiegels — niet teveel, en liever niet in de slaapkamer.
- En mijn favoriet: probeer het gewoon een weekje uit. Werkt het niet, schuif je alles lekker terug…
In een wereld vol trends en hypes vind ik het stiekem fijn dat eeuwenoude feng shui nu weer relevant is. Misschien heb je je eigen ervaring, of juist kritische vragen — deel ze gerust hieronder! Wie weet leer ik ook nog wat nieuws, want eerlijk: 100% zeker weet niemand hoe het “perfecte huis” eruitziet. In het ergste geval heb je gewoon de boel eens goed opgeruimd… nu jullie!