Stel je voor: je zweeft in de ruimte, zonder ruimteschip, zonder astronautenpak — gewoon jij, een mens in een oneindig vacuüm. Klinkt als sciencefiction, toch? Maar wat zou er echt gebeuren als je ineens zonder bescherming in het luchtledige wordt geslingerd? Op de middelbare school dacht ik dat je meteen explodeerde — maar de werkelijkheid is iets genuanceerder… en misschien nog angstaanjagender.
Het grote misverstand: ontploffen of niet?
In Hollywood-films zie je mensen openbarsten als een ballon zodra ze zonder pak in de ruimte belanden. Maar zo werkt je lichaam gelukkig niet. Ja, de luchtdruk buiten het lichaam valt weg — maar de huid is verrassend sterk. Je ‘explodeert’ dus niet meteen. In plaats daarvan zal het water in je huid en organen langzaam beginnen te verdampen door het vacuüm. Dat voelt alsof je huid strak trekt, maar je blijft als mens wel… één geheel.
Wat voel je zelf als je daar zweeft?
Eerlijk: niemand die het geprobeerd heeft kan het nog navertellen (voor zover ik weet tenminste). Maar uit naslagwerken van ESA en NASA (en die rare test met apen in de jaren 60 — wat ons buurmeisje helemaal bizar vindt) hebben we behoorlijk wat geleerd.
Allereerst — het wordt bizar koud. Je ademt uit, want die lucht wil naar buiten. Binnen 15 seconden ben je buiten bewustzijn doordat er geen zuurstof meer naar je hersens gaat. Dus nee, je hebt niet tijd om te schreeuwen, te zwemmen of je verloren sleutels te zoeken.
De wetenschap erachter: stukje bij beetje uit elkaar vallen
Onder druk van het vacuüm (geen lucht!), beginnen vloeistoffen in je lichaam te koken — zelfs bij ‘normale’ temperatuur. Dat betekent: speeksel en tranen veranderen in damp. Je zwelt een beetje op, net als een marshmallow in de magnetron. Echt charmant is het niet. Toch blijft de huid alles bij elkaar houden… tenminste, zolang je nog leeft.
Een kleine kanttekening: direct zonlicht brandt zo fel, dat je in minuten verbrandt. We hebben het hier over UV-straling waar zonnebrandcrème van Kruidvat of Etos echt niks tegen doet.
Kan je het overleven?
Nu iets onverwachts: als je snel (binnen 60 seconden) wordt gered, kun je het overleven zonder blijvende schade. Dat is echt geen grap — in 1965 raakte een NASA-technicus in een vacuümkamer en overleefde het wonderwel. (Hoewel hij later zei dat zijn tong ‘kookte’. Geen aanrader, dus.)
Maar als niemand je vindt, is het einde vrij treurig. Na 1 à 2 minuten lopen hersencellen onherstelbare schade op. In het ergste geval — sterf je stil, terwijl je als een bevroren standbeeld tussen de sterren zweeft, honderdduizenden jaren. Tja, daar word je toch even stil van.
Waarom zouden we dit überhaupt moeten weten?
In het NL-ruimtevaartchatje (ja dat bestaat) lachen we wel eens met de ‘ruimte-explosie’-mythe, maar eerlijk: weten hoe kwetsbaar je bent, verandert je kijk op ruimtevaart. Mijn collega noemde het ooit een “existentiële reality-check”. Misschien verklaart dat het respect voor die mensen die daadwerkelijk naar het ISS vliegen in een pak dat je bij Bever niet snel vindt.
Dus, wat neem je mee?
- Je explodeert niet, maar het vacuüm sloopt je lichaam razendsnel
- Binnen 15 seconden ben je buiten bewustzijn
- Als je supersnel wordt gered, is er hoop — maar het moet wel héél snel
- Zorg dat je áltijd een goed pak aanhebt (ruimtevaart of wintersport — allebei gevaarlijk zonder uitrusting, geloof me…)
Kortom: geen glamoureuze Hollywood-einde, maar de rauwe, soms ongemakkelijke waarheid. Soms leer je meer van foutjes en missers dan van perfect uitgevoerde missies. Misschien denk je nu: waarom zou ik dit willen weten? Nou — de volgende keer dat je een film ziet waarin iemand zich moedig zonder pak opoffert in de ruimte, weet jij het echte verhaal. Deel gerust je mening hieronder — of dat kleine feitje dat jij nooit meer vergeet na het lezen van dit artikel. In ieder geval: laat je nooit onvoorbereid de ruimte inschieten. Dat lijkt me duidelijk, toch?