Herdenkingen en getuigenissen over de gevangenen in Nagasaki
Een aantal familieleden van voormalige Nederlandse krijgsgevangenen brachten bloemen en spraken hulde bij een monument dat is opgericht ter nagedachtenis aan de slachtoffers van gevangenis- en oorlogsmisdaden en de atoombom in Nagasaki, precies 80 jaar geleden. Dit gebeurde tijdens een ceremoniële bijeenkomst op een locatie in Nagasaki, in het zuidwesten van Japan, op vrijdag 12 september 2025. Onder de deelnemers was onder andere Andre Schram, zoon van een Nederlandse gevangene, die een chrysant legde ter ere van de slachtoffers bij een herdenkingsplek op de oude locatie van kamp Fukuoka No. 2 in Koyagi, Nagasaki, op zaterdag 13 september 2025.
Herdenkingen voor gevangenen en oorlogsslachtoffers
Daarnaast werden portretten van Nederlandse militairen die als krijgsgevangenen werden vastgehouden, geplaatst op bloemstukken tijdens een herdenkingsdienst voor die gevangenen in het kamp Fukuoka No. 14 in Nagasaki, op zaterdag 12 september 2025. Foto’s tonen ook oblompen van puin, dat in 1945 werd afgebroken na de explosie van de atoombom boven Nagasaki.
Het verhaal van de gevangenen in Nagasaki
Honderden gevangenen uit verschillende geallieerde landen zaten gevangen in brute Japanse kampen in Nagasaki, toen de Verenigde Staten op 9 augustus 1945 de atoombom lozen. Het is weinig bekend dat zij tijdens de bombardementen aanwezig waren, en vooral de getuigenissen van familie en onderzoekers vertellen nu de verhalen van deze vaak vergeten slachtoffers.
Herinneringen aan de tijdens de oorlog gevangenen
In september kwamen tientallen familieleden van Nederlandse krijgsgevangenen en nakomelingen van Japanse overlevenden van de bommen samen om de slachtoffers die mishandeld werden in de kampen te herdenken, evenals de vele tienduizenden Japanners die die dag het leven lieten. Onder de slachtoffers waren minstens acht gevangenen van een van de kampen in Nagasaki.
De verhalen van de nazaten en overlevenden
Andre Schram, die de Nederlandse families vertegenwoordigde bij de Nagasaki-herdenking die in 2015 plaatsvond, is de zoon van een matroos die onder de bijna 1500 gevangen Nederlanders zat in het Fukuoka No. 2-branchkamp gedurende drie jaar en dwangarbeid verrichtte in de scheepswerf Kawanami. Velen van de gevangenen waren Nederlandse militairen die door de Japanners in Indonesië werden gevangen genomen, overgebracht op zogenoemde ‘hel-schepen’ en vastgehouden in de kampen No. 2 en No. 14, en moesten als slavenarbeiders werken.
De omvang en de omstandigheden van de gevangenschap
Volgens het POW Research Network Japan werden tijdens de oorlog ongeveer 150.000 geallieerde gevangenen vastgehouden in tientallen kampen door heel Azië, onder wie 36.000 in Japan. Deze groep was bedoeld om te compenseren voor het tekort aan arbeidskrachten, doordat jonge Japanse mannen werden opgeroepen voor de strijd. Ook Amerikaanse, Britse en Australische gevangenen zaten in Nagasaki. In kamp No. 2 overleed niemand door de explosie zelf, maar meer dan 70 eerdere gevangenen stierven aan ondervoeding, overwerk en ziekten.
Persoonlijke verhalen en herinneringen
Johan Willem Schram, de vader van Andre Schram, keerde vier maanden na het einde van de oorlog terug naar Nederland. Pas in de laatste jaren van zijn leven vertelde hij zijn zoon dat hij als slaaf was behandeld. Officieel bood Japan tijdens de oorlog herdenking en excuses aan voor oorlogsmisdaden, maar de gevoelens van de gevangenen waren daarbij vaak twijfelachtig. Volgens Andre Schram voelde Johan dat Japan en Nederland hem en andere gevangenen met disrespect behandelden, en hij wilde nooit meer iets te maken hebben met Japan. In het boekje “Johan’s Story” beschrijft hij de Nederlandse koloniale overheersing in Oost-Indië, de oorlog met Japan en de nasleep, gebaseerd op zijn onderzoek na het overlijden van zijn vader in 1993.
Peter Klok, een andere nabestaande, verklaarde dat zijn vader, Leendert Klok, die eveneens in het kamp zat, vertelde dat de Japanse burgers bij de scheepswerf vriendelijk waren en hem hielpen met het vinden van onderdelen om zijn horloge te repareren. Later werd hij geslagen door het militaire politiebureau omdat hij hulp zocht. Klok vindt dat de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki verschrikkelijk waren, maar dat Japan moet reflecteren op de eigen misdaden.
De gebeurtenis van de explosie en de gevolgen
Toen de Amerikaanse B-29-bommenwerper de ‘Fat Man’-kernbom boven Nagasaki afvuurde, zagen de gevangenen in kamp No. 2, op ongeveer 10 kilometer van het epicentrum, een grote oranje vuurbal, paars kroog en een drievoudige paddenstoelwolk. Zijn verslag werd vastgelegd door Tom Humphrey, een Britse gevangene, die geen ramen meer had in het kamp en getuigde dat de gebouwen werden weggewassen, deuren werden weggeslagen en het plafond van de kliniek instortte. Kamp No. 14 was veel dichterbij en werd volledig verwoest, wat acht gevangenen het leven kostte en tientallen verwondingen opleverde. Een voormalige Nederlandse gevangene, Rene Schafer, herinnerde zich dat hij en anderen een nieuwe schuilplaats groeven toen de Japanners waarschuwden voor de naderende Amerikaanse vliegtuigen. Sommigen van de gevangenen werden ernstig gewond, waaronder een kamergenoot die negen dagen later overleed.
Een Australische overlevende, Peter McGrath-Kerr, zat te lezen toen iedereen naar schuilplaatsen vluchtte. Zijn mede-gevangene graaf hem uit de puinhopen, maar hij was vijf dagen bewusteloos met gebroken ribs, snijwonden, blauwe plekken en stralingsbrandwonden op zijn hand.
De neiging tot vergeten en de herinneringspraktijk
Na de nucleaire aanval boden gevangen uit kamp No. 2 rice en andere hulp aan hun collega’s uit kamp No. 14. De vader van Andre Schram en andere gevangenen werden op 18 augustus officieel op de hoogte gebracht van de capitulatie van Japan. Op 26 augustus kregen de gevangenen hun eerste Amerikaanse voedselronde. Op 13 september verlieten de overlevenden de kampen en vertrokken naar de Filippijnen aan boord van een Amerikaanse vliegdekschip.
De herdenkingsplek in Nagasaki, een granieten monument met drie inscripties, was het resultaat van inspanningen van Nederlandse nabestaanden en de familie van overlevenden van de atoombom. Kazuhiro Ihara, die zei dat zijn vader de explosie meemaakte, verklaarde dat de herinneringen aan deze gebeurtenissen lang erkend zijn en een belang is dat wel degelijk aandacht verdient.
In Hiroshima leidde de decennia lange onderzoek van Shigeaki Mori tot bevestiging van het overlijden van twaalf Amerikaanse soldaten die gevangen waren genomen tijdens de atoombom op 6 augustus. Voormalig president Barack Obama, die in 2016 als eerste Amerikaans leider Hiroshima’s Vredespark bezocht, sprak in een toespraak over “een dozijn gevangen Amerikaanse soldaten” en erkende Mori voor zijn inspanningen om de families te vinden. Later ontving hij Mori met een omhelzing.
Nabestaanden en betrokkenheid bij herinnering
Volgens de Japanse wet uit 1957 kunnen overlevenden van de atoombom erkenning verkrijgen middels een certificaat voor medische en psychologische ondersteuning. Momenteel wonen ongeveer 99.000 mensen met zo’n certificaat, onder wie veel Koreanen en Japanners in de Verenigde Staten, Brazilië en andere landen. Van de geëxporteerde gevangenen in Nagasaki kregen minstens 11 personen, waaronder zeven Nederlanders, drie Australiërs en één Brit, zo’n certificaat.
De co-founder van het POW Research Network, Taeko Sasamoto, verklaarde dat het onderzoek naar deze geschiedenis vaak traag verloopt en dat het oorzaak en gevolg van weinig interesse in de wetenschap is.



