Haruki Murakami ontvangt onderscheidingen en een jazzachtig eerbetoon in New York
Europees nieuws

Haruki Murakami ontvangt onderscheidingen en een jazzachtig eerbetoon in New York

Een week vol erkenning in Manhattan

Vorige week verbleef Haruki Murakami in New York om de muzikale vertalingen van zijn woorden te horen en om collectie van zijn lofuitingen live te horen zingen. De 76-jarige inwoner van Tokio en vaste kandidaat voor de Nobelprijs ontving twee verschillende onderscheidingen in Manhattan ter ere van zijn lange carrière als verhalenverteller, vertaler, criticus en essayist. Op dinsdagavond gaf het Center for Fiction hem de Lifetime of Excellence in Fiction Award, een prijs die eerder werd toegekend aan Nobelprijswinnaars zoals Toni Morrison en Kazuo Ishiguro. Twee dagen later organiseerde de Japan Society een jazzachtig eerbetoon in The Town Hall, onder de titel “Murakami Mixtape,” en kende hij tevens haar jaarlijkse prijs toe aan prominente figuren (zoals Yoko Ono en Caroline Kennedy) die de banden tussen de Verenigde Staten en Japan hebben versterkt.

Zijn literaire en niet-literaire passies

Murakami is vooral bekend bij zijn fans door romans zoals “Kafka aan de oever” en “De wind-up vogel chroniek,” evenals door zijn onderwerpen rond identiteit, isolatie en herinneringen. Tegelijkertijd worden ook zijn niet-literair gerichte passies erkend, die variëren van bier en honkbal tot hardlopen en jazzmuziek. Het prijzen van hem is doorgaans meer werk dan hetzelfde voor een gemiddelde, succesvolle schrijver.

Herinneringen en optredens in Manhattan

Aanneraden door Patti Smith bij de gala-avond van het Center for Fiction, werd Murakami voorgesteld met het ballad “Wing” en het refrein “En als er één ding/ dat ik voor je kon doen,/ zou je een vleugel zijn/in de hemel blauw.” Zij vertelde ook over haar eerste kennismaking met de schrijver, toen zij een oud exemplaar van zijn debuutroman “Hoor de wind zingen” toonde en de openingszin voorlas: “Er bestaat geen perfect schrijven, net zoals er geen perfect wanhoop is.” Smith zei daarover: “Ik was meteen verknocht.”

Het jazz-avondprogramma en zijn inhoud

De avond in The Town Hall, bekend als “Murakami Mixtape,” was uitverkocht en bood een tweetalige mix van muziek, lezingen en reflecties. Het werd geopend en afgesloten met opmerkingen van Murakami zelf en geleid door jazzpianist Jason Moran, vertaler-uitgever Motoyuki Shibata en auteur-scholar Roland Nozomu Kelts. Het programma was zowel entertainment voor de casual luisteraar, compleet met een geïmproviseerde bar op het podium, als educatief voor specialisten, met werk van Murakami dat weinig bekend is bij Engelstalige lezers.

Kelts en Shibata selecteerden fragmenten uit fictie en non-fictie voor Moran en zijn muzikale metgezellen. Zij lazen onder meer uit het surrealistische “Hard-Boiled Wonderland en het einde van de wereld” en het memoire “Wat ik vertel als ik over hardlopen praat.” Daarnaast werden ook zeldzaamheden getoond, zoals het korte verhaal “Het meisje uit 1963/1982 van Ipanema,” waarin de verteller een drankje deelt met de bossa nova-muse, en een oud essay over New York vóór Murakami het ooit had gezien.

Murakami’s visie op New York en jazz

Murakami vroeg zich af of New York City echt bestaat. “Ik geloof niet, honderd procent, in het bestaan van de stad. Negenennegentig procent, zou ik zeggen. Met andere woorden, als iemand naar me toe kwam en zei: ‘Weet je, er bestaat eigenlijk geen New York City,’ dan zou ik dat niet eens heel verrassend vinden.”

Hij herinnerde zich dat hij gevraagd werd naar zijn favoriete internationale bestemmingen, waaronder Boston en Stockholm, waar tweedehands jazzwinkels zijn die herhaald bezoek verdienen. Zijn liefde voor jazz begon in zijn puberteit, in 1963, toen Art Blakey en The Jazz Messengers op tour waren in Japan. Tijdens het optreden in The Town Hall werd deze liefde opnieuw aangewakkerd toen Moran de laatste overlevende bandlid, de 88-jarige bassist Reggie Workman, liet optreden. Zij speelden een jam sessie van “Ugetsu,” de titeltrack van een livealbum van Blakey, en sloot af met een intense solo.

Murakami’s muzikale aspiraties en zijn band met New York

Murakami zelf verscheen kort aan het einde van het programma om een passage uit “Kafka aan de oever” in het Japans voor te lezen. Hij verklaarde dat hij misschien muzikant was geworden in plaats van schrijver, ware het niet dat hij het niet kon verdragen om elke dag te repeteren. Toen hij in 1991 in New York arriveerde, was zijn eerste indruk dat de stad niet volledig toegankelijk was.

Zijn opmerkingen over die tijd werden in het Engels voorgelezen door Joshua Walker, voorzitter en CEO van de Japan Society. Murakami vertelde dat de sfeer destijds werd gekenmerkt door Japanse negatieve sentimenten, zoals evenementen waarbij men voor een dollar een hamerslag kon geven op een Japanse auto. Op 7 december 1991, de 50e verjaardag van de Japanse aanval op Pearl Harbor, werd hij gewaarschuwd thuis te blijven “voor het geval er problemen zouden ontstaan.”

Volgens Murakami voelde hij zich na het ineenstorten van de Japanse economie en de daaropvolgende lange periode van recessie meer welkom, maar bleef hij vaak geïsoleerd door wat hij beschouwt als een ‘cultureel’ tekort aan zijn thuisland. Hij zei dat Japan vaak wordt gezien als zonder echte identiteit, en dat hij nooit recente Japanse fictie in Amerikaanse boekwinkels tegenkwam. “Als Japanse schrijver voelde ik een echte crisis,” voegde hij eraan toe.

Voortdurend zag hij dat jonge Japanse auteurs internationaal erkenning kregen en dat hun boeken zonder veel moeite door lezers werden opgepakt. Deze ontwikkelingen, ook zichtbaar in muziek, film, anime en meer, noemde hij opmerkelijk. Volgens hem is Japan’s gezicht nu eindelijk naar buiten gekomen, zowel economisch als cultureel.

Spread the love