Denk er eens over na: er zijn middeleeuwse regels die, als je ze vandaag volgt, je leven best op z’n kop kunnen zetten. Zo kwam ik vorige maand — na een stevige discussie in onze buurtapp over afval op straat — een bizar verbod uit de 14e eeuw tegen. Blijkbaar mocht je vroeger op straffe van een boete geen visafval op straat gooien in Delft. Stel dat je die regel morgen opeens heel serieus gaat nemen… Zou het werken, of alleen maar op vreemde blikken stuiten?
Oude regels, nieuwe tijden
Misschien herken je het wel: af en toe verlang ik naar wat meer duidelijke afspraken in het dagelijks leven. Mijn moeder zegt altijd dat de regels vroeger strenger waren, maar mensen daardoor ook bewuster. Eerlijk — het idee dat je geen rotzooi op straat mag gooien, klinkt zo gek nog niet. toch is de realiteit van 2025 totaal anders dan die van de middeleeuwen. Straten zijn voller, afval wordt met apps bijgehouden, en zelfs vuilnismannen klagen soms in het plaatselijke café — dat weet ik uit eerste hand.
Wat gebeurde er als je ‘m volgt?
Stel je voor — je beslist om de oude regel uit Delft weer tot leven te brengen: geen enkel stukje visafval, geen zakje chips, niks mag meer op straat belanden. Je zou waarschijnlijk allereerst medestanders zoeken. In onze straat zou dat meteen leiden tot een paar felle WhatsApp-gesprekken en die ene buurman die streng rondloopt om alles te controleren. Maar, hoewel het wat ouderwets klinkt, zou je best schone stoepen krijgen. Vooral als je handhaving doorvoert of de sociale druk opvoert, werken die regeltjes ineens — dat vertelde mijn collega laatst die een tijdje in Zweden woonde. Mensen letten daar op elkaar. Misschien werkt het hier ook, al ben ik daar soms niet zo zeker van.
Waarom doen we het eigenlijk (niet)?
We leven niet voor niets niet meer in de 14e eeuw. Een regel heeft alleen zin als iedereen zich er een beetje achter schaart. Wat me vaak opvalt: mensen zijn allergisch voor dwang, maar hebben een zwak voor saamhorigheid. Dus, als je morgen begint met die middeleeuwse ‘straat schoon’-regel, krijg je misschien eerst weerstand, maar als je buren meedoen, verandert er wat. In een dorp als Lisse, waar iedereen elkaar kent, lukt het misschien sneller dan ergens in het hart van Rotterdam. Toch knaagt er iets — zijn we bereid oude normen weer te omarmen? Of denken we bij het lezen van dit stukje: ja, dag, dat was toen.
Praktisch: zo zou je het aanpakken
- Start klein: Begin gewoon in je eigen straat. Praat met de buren — zonder direct te wijzen.
- Maak het zichtbaar: Hang een bordje op met een knipoog naar de geschiedenis. Misschien helpt het.
- Wees niet te streng: Oldschool handhaving werkt niet altijd. Leg uit waarom je het doet.
- Beloon samen: Organiseer na een maand ‘schone straat’ bijvoorbeeld een gezamenlijke BBQ. Werkt in elk dorp. Nou ja, bijna overal.
In de praktijk hoef je geen stadswachter in maliënkolder te zijn. Het gaat om aandacht. Zelfs een simpele groet naar de vuilnisman bij het ophalen van je afval kan wonderen doen — dat hoorde ik laatst in een podcast over gedragsverandering.
Maar werkt het ook echt in 2025?
Of je nu in Utrecht woont of ergens op de Veluwe — nergens zijn mensen dol op extra regels. Maar soms helpt het om het verleden erbij te halen. Gewoon als experiment. Misschien merk je dat de sfeer in je buurt opeens verbetert of dat je je zelf meer verantwoordelijk voelt. Of niet — ik kan het niet voor iedereen voorspellen.
Dus, wat nu? Trek de stoute schoenen aan, probeer het gewoon eens een week. Deel vooral je ervaringen, want in ons tijdperk delen we toch alles — behalve oude regels. Wie weet staan we over honderd jaar weer verbaasd te kijken naar onze gewoontes van nu… Nou ja, zoiets.