De kritiek van een federale rechter op het militaire bevel in Californië
Op vrijdag stelde een federale rechter in San Francisco scherpe vragen over de bevoegdheid en de noodzaak van de Trump-administratie om het bevel te voeren over de Californiëse Nationale Garde, die aanvankelijk in juni naar Los Angeles was gestuurd na gewelddadige protesten. Tijdens de rechtszitting stelde rechter Charles Breyer dat de omstandigheden in Los Angeles sinds de eerste inzet waren veranderd, en hij betwijfelde of de regering de militaire eenheden van de staat voor onbepaalde tijd onder haar controle kon houden volgens de interpretatie van het federale recht.
Verandering van omstandigheden en wettelijke grenzen
Breyer stelde dat geen enkele crisis eeuwig duurt en benadrukte dat crises komen en gaan, wat volgens hem de aard van dergelijke situaties is. Hij vroeg een advocaat van de overheid naar bewijs dat de lokale autoriteiten niet in staat of niet bereid waren om de federale troepen en eigendommen veilig te houden en merkte op dat president Donald Trump in Californië toegang had tot tienduizenden actieve militairen.
Vorderingen van de staat en juridische uitspraken
De bestuurders van Californië hebben gevraagd om een voorlopige voorziening die het beheer van de resterende troepen in Los Angeles teruggeeft aan de staat. Hoewel Breyer nog geen definitieve beslissing heeft genomen, heeft hij eerder de inzet van de Californiëse Nationale Garde door de administratie als illegaal bestempeld. Rob Bonta, de advocaat-generaal van Californië, verklaarde dat de Nationale Garde niet het privéleger van de president is en dat deze niet naar willekeur ingezet kan worden.
De inzet en herkomst van de Californische Nationale Garde
In eerste instantie had de president meer dan 4.000 soldaten van de Californiëse Nationale Garde opgeroepen om de protesten te controleren, die gericht waren op strengere immigratiewetten. In oktober daalde dat aantal tot enkele honderden, met ongeveer 100 troepen die nog in Los Angeles gelegerd waren. Daarnaast probeerde Trump de Californische Garde in Portland, Oregon, en Chicago te gebruiken als onderdeel van een strategie om het leger in Democratisch geregeerde steden in te zetten, ondanks felle weerstand van burgemeesters en gouverneurs.
Wettelijke kaders en beperkingen
Het ministerie van Justitie stelde dat de president volgens de wet de bevoegdheid heeft om de controle over de nationale garde te verlengen zolang hij dat nodig acht. De resterende troepen in Los Angeles bleven onder meer immigratie-activiteiten ondersteunen en bescherming bieden aan federale eigendommen, vooral na de beschieting van een federale faciliteit met explosieven op maandag.
Juridische en constitutionele aspecten van de inzet
De rechtbank stelde dat zij niet de bevoegdheid heeft om de manier waarop de president een inzet van de nationale garde beheert te beoordelen, maar zelfs als dat mogelijk was, moest zij rekening houden met het geweld dat deze zomer plaatsvond. Hamilton merkte op dat men niet kon negeren wat er in Los Angeles was gebeurd in juni van dat jaar.
De context en de politieke implicaties
De inzet van de Californiëse Nationale Garde door Trump was de eerste keer in tientallen jaren dat een deel van de nationale garde zonder verzoek van de gouverneur werd ingezet, wat een escalerende maatregel was binnen de bredere migratie- en binnenlandse veiligheidsstrategie van de regering. Ze werden geplaatst rondom een federale detentiecentrum en later ingezet op straat om immigratiecontroles te ondersteunen.
Rechtszaken en wettelijke beperkingen
Californië klaagde de inzet aan, waarna Breyer een tijdelijke verbodsmaatregel uitvaardigde die de regering verplichtte de controle over de troepen terug te geven aan de staat. Een hoger beroep zette dat besluit echter tijdelijk on hold. Breyer, die door president Bill Clinton was voorgedragen, oordeelde dat de inzet in strijd was met de wet omdat die de beperkingen op militair gebruik van het federale leger in binnenlandse aangelegenheden overschreed.
De bredere juridische context van de inzet
De regering stelde dat de rechtbanken de beslissing van de president niet konden beoordelen die het geweld tijdens de protesten verklaarde als reden om krachtiger militair optreden te rechtvaardigen. Dit speelde vooral een rol in de verklaringen van de regering dat de gewelddadigheden de uitvoering van de Amerikaanse wetten belemmerden en een rebellie of rebelliegevaar vormden.
Slotbeschouwing
Dit voorval markeert een complex juridisch vraagstuk over de macht van een president ten opzichte van de status en rechten van de staten in de Verenigde Staten, vooral in situaties van binnenlandse onrust en gewelddadige protesten. De rechtszaken en juridische procedures rond deze inzet illustreren de spanningen tussen federale bevoegdheden en staatsrechten, met belangrijke implicaties voor toekomstig beleid en constitutionele interpretaties.



