Overzicht van het voornemen van de Amerikaanse overheid
De regering onder leiding van president Donald Trump heeft aangekondigd dat ze vanaf de volgende week van plan is om voedselhulp via het Supplemental Nutrition Assistance Program (SNAP) in de meeste door Democraten gecontroleerde staten te beperken. Dit gebeurt tenzij deze staten de gevraagde gegevens over de hulpontvangers verstrekken. Het initiatief is onderdeel van een poging om fraude binnen het systeem op te sporen, aldus de officials tijdens een bijeenkomst van het kabinet.
Standpunt van de overheid en tegenstand van de staten
Volgens staatssecretaris Brooke Rollins van Landbouw is de dreiging van het intrekken van de hulp reëel, omdat enkele staten weigeren de gegevens te verstrekken die door het ministerie zijn opgevraagd. Deze gegevens omvatten onder meer namen en immigratiestatus van de ontvangers. Staten zoals Californië hebben het verzoek aangevochten en benadrukken dat ze de geschiktheid van de begunstigden beoordelen en geen grote hoeveelheid gevoelige gegevens met de federale overheid delen.
Reacties uit de staten en juridische procedures
Marissa Saldivar, woordvoerster namens gouverneur Gavin Newsom van Californië, verklaarde dat men niet langer zomaar van de woorden van de regering uitgaat. Ze stelde dat het schrappen van voedselprogramma’s voor Amerikaanse kinderen moreel verwerpelijk is. Tienentwintig staten plus de District of Columbia hebben al juridische stappen ondernomen tegen de eisen, en een federale rechter in San Francisco heeft de regering voorlopig verboden om de gevraagde informatie af te nemen.
De aard en omvang van de gegevensverzameling
De federale overheid heeft de staten vorige week schriftelijk geïnformeerd dat zij moeten voldoen aan het verzoek, conform de line of other states, met een deadline op 8 december. Volgens de overheid is deze data essentieel om fraude te kunnen opsporen. Ongeveer 42 miljoen laaginkomens Amerikanen, oftewel één op de acht, vertrouwen op SNAP voor hun boodschappen. De maandelijkse uitkering bedraagt gemiddeld circa 190 dollar per persoon, wat neerkomt op iets meer dan 6 dollar per dag.
Problemen met de gegevens en lopende onderzoeken
Rollins heeft verwezen naar de door staten aangeleverde gegevens, waaruit blijkt dat 186.000 overleden personen nog steeds SNAP-uitkeringen ontvangen en dat 500.000 personen meermaals benefits krijgen. Het USDA heeft 29 staten gemeld dat zij de gegevens hebben overgedragen. Maar 22 staten zijn met juridische procedures bezig om het order te blokkeren. Kansas, dat niet betrokken was bij de rechtszaken, heeft nog geen gegevens aangeleverd nadat het in september werd gewaarschuwd dat de financiering werd stopgezet.
Feiten en inschattingen over fraude
Experts erkennen dat er fraude bestaat binnen het programma dat jaarlijks ongeveer 100 miljard dollar uitbetaalt. De grote problemen worden echter veroorzaakt door georganiseerde misdaad, die bijvoorbeeld betaalkaarten steelt of deze op naam van fictieve personen registreert, niet door individuele begunstigden die rechtmatig hulp ontvangen.
Reacties vanuit de Democratische partij en kritiek op de beleidsvoering
Democratische afgevaardigden, zoals Jahana Hayes uit Connecticut, bekritiseren de aanpak van Rollins. Ze stellen dat de regering veranderingen doorvoert zonder transparantie en zonder rol voor het Congres, en dat de beschuldigingen van fraude misleidend zijn. Officials uit staten zoals Minnesota en New York uitten scherpe kritiek namens hun gouverneurs, die zeggen dat deze maatregelen vooral bedoeld zijn om politieke doelen te halen en dat ze schade toebrengen aan gezinnen die afhankelijk zijn van de voedselhulp.
De politieke context en recente ontwikkelingen rond SNAP
Het programma staat de laatste tijd meer in de belangstelling, onder andere vanwege nieuwe beleidswijzigingen die onder meer oudere werklozen en daklozen onder de doelgroep brengen. Tijdens de recente federal shutdown werden de uitkeringen voor november tijdelijk stopgezet, maar na juridische procedures en onderhandelingen werden de fondsen alsnog uitgekeerd. Sommige staten probeerden intussen zelf voorzieningen te financieren en zo snel mogelijk geld voor voedselbanken vrij te maken.



