Op een regenachtige zaterdagmiddag — terwijl het buiten net weer typisch Hollands miezert — duikt er ineens een spin op in de hoek van je woonkamer. Reactie van veel mensen: paniek, slof in de aanslag, hup, weg ermee. Maar wacht even… wist je dat spinnen in je huis juist een onverwacht goede reden hebben om te blijven leven?
gezeten met koffie (en eerlijk: beetje medelijden met die spin), ben ik zelf gaan nadenken — zijn die angstige reflexen eigenlijk terecht? Mijn collega vertelde afgelopen week in de kantoortuin trouwens iets wat me aan het denken zette. En blijkbaar denken steeds meer Nederlanders er anders over. Waarom? Nou, laten we dat eens uitpluizen.
Waarom spinnen in je huis wonen (en waarom dat eigenlijk goed is)
Eerst een bekend feitje: de meeste huisspinnen die je in Nederland tegenkomt, zijn zelden gevaarlijk. Ja, ze kunnen er wat eng uitzien — dikke poten, dat zwart met dat harige lijf — maar écht kwaad doen ze meestal niet. Sterker nog: een gemiddelde Nederlandse spin vangt per nacht tientallen muggen, motten en zelfs kleine vliegjes.
Mijn buurvrouw uit Rotterdam klaagde laatst weer over die vliegenplaag bij de vuilnisbak achter haar huis. En dan heb ik zomaar ineens minder vliegen thuis — misschien komt het dus toch door die spinnen, bedacht ik me. Echt: ze zijn je natuurlijke ongediertebestrijders. En dat zonder nare chemische spray’s (scheelt ook centen trouwens).
De verrassende reden: spinnen zijn een teken van een gezond binnenklimaat
Wat ik dus niet wist (totdat ik het vorige maand in een artikel las): spinnen vestigen zich niet zomaar ergens. Ze zoeken ruimtes op waar genoeg insecten leven, die weer op stof, kruimels en vocht afkomen. Dus als jij af en toe een spin ziet, betekent dat meestal dat je huis niet volledig steriel — maar ook niet extreem vies — is. Ze mijden te droge of extreem schone plekken. In feite zijn spinnen een soort ‘gezondheidsmonitor’ van je huis.
Volgens een vriend die bouwinspecteur is (de man heeft al duizenden huizen van binnen gezien), kom je spinnen vooral tegen in woningen waar goed geventileerd wordt en voldoende voedsel voor hen is. En eerlijk — liever een spin dan een zilvervisje, toch?
Hoe ga je handig om met spinnen in huis?
Oké, toegegeven, echt gezellig zijn ze niet en ik snap heel goed dat je ze niet naast je bed wilt. Daarom heb ik wat tips verzameld uit onze buurtapp (serieus, daar worden de beste oplossingen gedeeld):
- Zie je een spin? Vang ‘m voorzichtig onder een glaasje en laat hem buiten weer vrij. Gaat gezekerd prima, ik doe het zelf soms ook.
- Houd ramen en deuren zoveel mogelijk dicht of gebruik horren — scheelt dat je jaarlijkse spinnenexpeditie.
- Stofzuig regelmatig achter meubels en op donkere plekjes — een beetje minder gezellig voor spinnen, maar zo voorkom je een “kolonie”.
- Laat spinnen hun webben bouwen op plekken die niet direct in het zicht zijn (denk: zolder of berging). Je hebt er weinig last van, zij zijn blij.
Misschien niet voor iedereen…
Heel eerlijk — als je echt panisch bent (ik ken mensen die serieus geen oog dichtdoen als ze weten dat er één in huis zit), snap ik het ook wel. Voor sommige mensen werkt het trouwens om af en toe te googelen welke soorten er eigenlijk zijn in Nederland, zodat je weet wat onschuldig is. Not my cup of tea, maar goed…
Tot slot (en een klein duwtje in de rug)
Dus, voordat je de volgende keer met de krant in de hand op jacht gaat — misschien toch eens aan de gunstige kant van onze harige huisgenoten denken. Ze zorgen ervoor dat jouw huis nét iets frisser blijft, pakken allerlei nare beestjes aan en zijn stiekem best fascinerend. Misschien scheelt het ook een extra ritje naar de drogist voor weer een nieuwe spray…
En uhm, deel vooral je ervaringen — in onze straat lopen de meningen nogal uiteen. Hoe ga jij eigenlijk om met spinnen? laat gerust even weten, altijd leuk om te lezen.
In ieder geval, als je zo’n achtpotige in de hoek ziet — misschien toch gewoon even laten zitten? Nou ja… dat dus.
