Een digitale revolutie in de kunstwereld
Een Italiaanse non-profitorganisatie zet zich in voor het digitaliseren van iconische kunstwerken uit Italië. Door middel van geavanceerde technologieën biedt deze organisatie verzamelaars de mogelijkheid om reproducties van originele meesterwerken te bezitten, op maat gemaakt en ingelijst voor een authentieke museumervaring. According to the initiatiefnemer, helpt deze aanpak meer mensen wereldwijd toegang te krijgen tot kunst en cultuur.
Praktijkvoorbeelden en tentoonstellingen
Op een foto is Primo Maronati zichtbaar met een certificaat naast een digitale versie van Leonardo da Vinci’s portret, “La Scapiliata, Lady with Disheveled Hair,” tentoongesteld in de Brera Kunstgalerij in Milaan, Italië, op 24 november 2025. Eerder hangende high-definition digitale reproducties omvatten onder meer Andrea Mantegna’s “Cristo Morto nel Sepolcro e Tre Dolenti” en details daarvan, die eveneens in dezelfde galerij worden getoond.
John Blem, oprichter van de Italiaanse non-profit Save the Artistic Heritage, licht toe dat de organisatie zich richt op het creëren van een markt voor digitale versies van meesterwerken in hoge resolutie. Deze reproducties worden gedeeld op basis van een licentie die musea erkent auditeert en waarmee 50% van de opbrengsten naar de instellingen vloeit.
Access voor verzamelaars en de rol van inkomsten delen
In Milan vertelt Blem dat de digitale reproducties niet simpelweg technologieproducten zijn, maar echte kunstwerken. Het model stelt dat musea een certificaat van echtheid ondertekenen en een gelijk deel van de winst ontvangen. Hiermee wil men nieuwe inkomstenstromen voor vaak financieel krappe musea genereren, wat de belangrijkste drijfveer is achter het project.
Gedurende de afgelopen twee jaar heeft de organisatie ongeveer 300.000 euro (€347.000) bijgedragen aan haar Italiaanse partners, met prijzen voor digitale meesterwerken variërend van 30.000 tot 300.000 euro. Deze reprodukties worden in beperkte oplage van negen verkocht, een gelimiteerd aantal gebaseerd op het principe dat zes tot negen kopieën van origineel kunnen worden gemaakt zonder dat ze als authentiek worden beschouwd.
De collectie en digitale ervaring
De catalogus omvat circa 250 Italiaanse kunstwerken afkomstig uit ongeveer tien musea en stichtingen in Italië, waaronder de Pinacoteca Ambrosiana in Milaan, Capodimonte in Napels en Pilotta in Parma. Een voorbeeld is de onafgewerkte schildering op hout door Leonardo da Vinci van een vrouw met door de wind gezwabberde haren, die voor bijna 290.000 dollar werd verkocht.
De digitale versies worden op schermen getoond die qua formaat en verlichting overeenkomen met het origineel, wat een bijna kleurrijke en levendige effect geeft. Het verschil met fysieke kunst ligt vooral in dat de details zichtbaar zijn, maar zonder textuur of reliëf dat de originele materialen kenmerkt.
Volgens Angelo Crespi, directeur van de Brera Art Gallery, roept de digitale reproductie van “The Marriage of the Virgin” veel belangstelling op bij het publiek. Hij benadrukt dat de digitale kopie uiterst helder en mooi is, zonder dat het de illusie van authenticiteit volledig wegneemt: op het moment dat mensen dichtbij komen, wordt duidelijk dat het om een digitale versie op een scherm gaat.
De meerwaarde van digitale technologie in kunstbehoud
In toenemende mate wint digitale technologie terrein in de kunstsector, inclusief digitale doeken en schermen die schilderijen of foto’s afwisselend tonen. Het Van Gogh Museum in Amsterdam heeft bijvoorbeeld experimenten gedaan met 3D-scans en interactieve ervaringen, waarbij meer dan een miljoen mensen wereldwijd meekregen met deze technologische innovaties.
Luke Gartlan, docent kunstgeschiedenis aan de Universiteit van St. Andrews, wijst erop dat Italiaanse instellingen al lange tijd werken met kopieën en digitale reproducties om hun collecties te beschermen en te ondersteunen. Voorbeelden zijn het Alinari Archief in Florence, met meer dan 5 miljoen foto’s uit de 19e eeuw, en de Vaticaanse musea, die digitale beelden van de Sixtijnse Kapel hebben helpen maken.
Economische en organisatorische voordelen
Recent is de Brera-museum begonnen met een tweede serie digitale kunstwerken, bedoeld om donaties en tevens promotie te stimuleren. Deze nieuwe serie bestaat uit negen kunstwerken die duidelijk worden onderscheiden van de commerciële serie door Romeinse cijfers. De opbrengst wordt deels gebruikt voor het budget van ongeveer 14 miljoen euro, dat vooral afhankelijk is van donaties, sponsors en toegangskaarten. De organisatie benadrukt dat het niet alleen gaat om verkoop, maar om het creëren van een systeem waarbij elke aankoop bijdraagt aan het museum.
Hoe het systeem werkt en toekomstplannen
De digitale reproducties worden geprojecteerd op schermen die in schaal overeenkomen met de originele kunstwerken, ingelijst in replica frames. De technologie maakt gebruik van een speciale box die de digitale kopie ontgrendelt nadat deze contact maakt met de centrale server van Cinello. Door middel van unieke code worden elke reproductie en elk kunstwerk getypeerd als authentiek en uniek.
Deze gepatenteerde technologie is nu in Europa, de Verenigde Staten en China beschikbaar. In de toekomst hoopt Blem het mogelijk te maken om zogenaamde “onmogelijke tentoonstellingen” te organiseren, waarbij meesterwerken die zelden of nooit worden uitgeleend, virtueel kunnen worden getoond aan afgelegen of moeilijk bereikbare locaties.



