De recente beslissing en de reactie van het Ministerie van Justitie
Een federale rechter heeft recentelijk de strafzaken tegen voormalig FBI-directeur James Comey en de procureur-generaal van New York, Letitia James, afgewezen. Deze uitspraak beperkt echter niet de mogelijkheid van het Department of Justice (DoJ) om verdere juridische stappen te ondernemen. Volgens het ministerie geldt dat zij van plan zijn in hoger beroep te gaan tegen de uitgesproken uitspraken.
De rechterlijke uitspraak richtte zich op de onwettige aanstelling van Lindsey Halligan als interim-advocaat-generaal voor het oostelijke district van Virginia. Het plan van het ministerie is om de uitspraken te betwisten en mogelijk opnieuw te proberen de zaken voor te leggen, al bestaat de vraag of een andere aanklager succesvol nieuwe aanklachten kan indienen, en of deze nieuw ingediende zaken de talloze juridische procedures zullen doorstaan.
Wat hield de rechterlijke uitspraken in?
De uitspraken kwamen voort uit de snelle wijze waarop de Trump-regering Halligan aanstelde als interim-advocaat-generaal. Halligan, die geen eerdere ervaring had als federaal aanklager, werd in september benoemd nadat haar voorganger, Erik Siebert, onder druk van de regering Trump was afgetreden. Deze druk was onder meer gericht op het aanklagen van Comey en James.
Procureurs-generaal worden normaal gesproken door de president voorgedragen en door de Senaat bevestigd. Voor interim-aanstellingen is er echter een mogelijkheid voor de procureur-generaal om voor maximaal 120 dagen een interim-advocaat aan te stellen. Volgens de advocaten van Comey en James was Halligan, omdat zij een interim-advocaat was die al langer dan 120 dagen in functie was, niet wettelijk geldig benoemd. Hierdoor werden alle door haar verkregen beschuldigingen en aanklachten als ongeldig beschouwd.
Rechter Cameron McGowan Currie, die werd benoemd door voormalig president Bill Clinton, stemde hiermee in. Hij oordeelde dat Halligan sinds haar benoeming illegaal in haar functie had gedienst en dat alle niet-wettelijke aangedragen beschuldigingen moesten worden geseponeerd.
Kan het Department of Justice in beroep gaan?
Ja, dat is mogelijk. Minister van Justitie Pam Bondi heeft aangegeven dat het DoJ stappen zal ondernemen om beroep aan te tekenen. De eerste instantie ligt hierbij bij het 4e Amerikaanse Hof van Beroep in Richmond, Virginia. In theorie kan de zaak ook nog worden voorgelegd aan het Amerikaanse Hooggerechtshof, waar een nieuwe constitutionele toetsing kan plaatsvinden over de benoemingsbevoegdheid van het ministerie.
Interessant is dat rechter Currie melding maakte van een memo uit 1986 van Samuel Alito, toen nog adjunct-advocaat-generaal, waarin werd geconcludeerd dat het DoJ niet nogmaals een tijdelijke benoeming kon doen na het verlopen van de eerste 120-dagenperiode.
Zijn hernieuwbare aanklachten mogelijk?
Omdat de zaken zonder prejudice werden afgewezen, kan het DoJ opnieuw een aanklacht indienen tegen James met behulp van een andere bevoegde aanklager. Echter, in de zaak van Comey ligt dat ingewikkelder. De termijn voor het indienen van strafzaken, de zogenoemde verjaringstermijn van vijf jaar, liep eind september af, slechts enkele dagen na de benoeming van Halligan.
Volgens het federale recht mogen aanklagers binnen zes maanden na de opzeggingsdatum een nieuwe aanklacht indienen, ook als de termijn al was verlopen. De advocaten van Comey stellen echter dat de rechter heeft geoordeeld dat de oorspronkelijke beschuldiging ‘nietig’ is, waardoor de termijn niet kan worden verlengd.
De rechter benadrukte dat de deadline was verstreken en gaf aan dat de verjaringstermijn niet wordt opgeschort bij een ongeldige aanklacht. Het indienen van nieuwe aanklachten hangt af van het overtuigen van een nieuwe grand jury, hetgeen gezien de media-aandacht en publieke discussie mogelijk lastiger zal zijn.
Hoe zit het met de andere juridische uitdagingen?
Voorlopig blijven deze uitdagingen vooral theoretisch, terwijl het ministerie probeert de bestaande beschuldigingen te behouden. Mocht het DoJ toch succesvol zijn in het indienen van nieuwe aanklachten, dan zullen ze mogelijk geconfronteerd worden met dezelfde vragen en juridische aanvalspogingen die Comey en James al naar voren hadden gebracht.
Comey wordt onder meer beschuldigd van liegen tegen het Congres over het al dan niet machtigen van een medewerker om als anonieme bron te fungeren voor de media. James wordt verdacht van bankfraude en het afleggen van valse verklaringen bij een financiële instelling tijdens de aankoop van een woning in Norfolk, Virginia, in 2020.
Beiden ontkennen de beschuldigingen en hebben verzocht om hun aanklachten nietig te laten verklaren op grond van vermeende buitensporigheid en politieke motieven in de vervolgingen. Als nieuwe zaken worden ingediend, kunnen deze langlopende argumenten opnieuw worden opgeworpen.
Comey heeft daarnaast verweer gevoerd tegen onregelmatigheden in Halligans presentatie aan de grand jury. Hij stelt dat zijn getuigenis, dat de grondslag vormt voor zijn strafzaak, waarheidsgetrouw was en dat de vragen waarop hij moest antwoorden vaag en ambigu waren, wat een vervolging voor het afleggen van valse verklaringen onmogelijk maakt.



