Ken je dat gevoel — de koffers staan al klaar, maar je hebt eigenlijk helemaal geen zin in Schiphol, stress en overal hordes toeristen? Je bent niet alleen. Volgens recent onderzoek van NBTC geven steeds meer Nederlanders de grote vakanties massaal op. Ze ontdekken de magie letterlijk om de hoek.
Op de redactie hoor ik het steeds vaker. Vorige maand nog vlogen de staycation-tips over de tafel in onze koffiepauze, en een collega uit Groningen zei: “Waarom zou ik naar Bali als ik het Paterswoldsemeer heb?” Misschien dat ie een beetje overdreef, maar toch… er zit wat in.
Waarom toerisme ineens passé lijkt
Kijk, met de huidige chaos op luchthavens, dure tickets en onzekere weersvoorspellingen (probeer maar eens, die hittegolven goed te plannen), is het geen verrassing dat we dichtbij huis zoeken naar avontuur. En eerlijk: files op de A12 voelen soms gezelliger dan volle boulevards aan de Spaanse kust.
Trouwens, volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek bleef bijna 42% van de Nederlanders vorig jaar binnen onze eigen landsgrenzen. Ruim de helft daarvan sliep zelfs in z’n eigen bed en trok er gewoon op uit met de fiets, kano of — jawel — de stadspas.
Het geheime paradijs om de hoek
Iedereen heeft zo’n plek. Die ene molen waar je altijd langs fietst maar nooit stopt. Of dat plukveldje net buiten het dorp waar op woensdag niemand is behalve een paar ganzen. Zelf “ontdekte” ik afgelopen april een verborgen wijngaard net buiten Ede — serieus, waarom wist ik dat niet?
- De duinen bij Schoorl: Op zondagochtend sta je hier helemaal alleen. Zelfs de honden durven niet zo vroeg.
- Kunst in de Achterhoek: Mijn oude buurman zweert bij de museumroutes in Zutphen — en ja, het is stukken rustiger dan het Rijksmuseum.
- Het geheime strand van Bergen aan Zee: Spreek met vrienden af op het derde paaltje, loopt iedereen gegarandeerd de verkeerde kant op. Werkt altijd.
In de appgroepen hoor ik steeds vaker: “Wie heeft er een tip voor een plek zonder toeristen?” Nou, zo’n plek wordt pas magisch als je ‘m niet op Instagram zet. Maar misschien lukt het — hoewel ik daar niet 100% zeker van ben…
Waarom we onze buurt opnieuw waarderen
Inmiddels zijn lokale ondernemers daar slim op ingesprongen. Drie maanden geleden gingen wij met de buurt picknicken bij een micro-brouwerij in Utrecht (De Kromme Haring, absolute aanrader — maar goed, smaken verschillen). Toegegeven, het weer werkte niet mee, maar die sfeer van “ons kent ons” vond ik nergens anders in Europa.
En het mooie: je hoeft niet in één keer alles te zien. Tijd genoeg. Zoals mijn moeder altijd zegt: “De molen draait morgen ook wel.” Het haalt de druk weg — geen FOMO, geen ellenlange to-do-lijstjes.
Praktische tips om jouw paradijsje te vinden
- Check eens de lokale Facebook-groepen — daar delen mensen vaak de échte geheime hotspots (nou ja, totdat iedereen ze kent…)
- Ga wandelen of fietsen zonder routeplan — soms vind je de mooiste uitzichten per ongeluk.
- Vraag het gewoon bij de kaasboer of op de markt. Mijn ervaring: ze weten meer dan je denkt.
- Organiseer een dorps-speurtocht (doen ze bij ons elk jaar — hilarisch én verrassend)
- En bovenal: neem de tijd. Je hoeft niet elke dag de nieuwe “hotspot” te bezoeken.
In het kort — lokaal toerisme heeft z’n charme, zeker als je even niet perfect wilt plannen. Misschien geldt het niet voor iedereen, en ik besef dat sommige mensen écht niet zonder backpacken kunnen. Maar juist in de kleine dingen ligt soms het grote vakantiegevoel.
Heb je zelf zo’n geheime plek vlakbij huis? Deel ‘m hieronder (als je durft), of ga gewoon morgen eens een blokje om zonder verwachtingen. Wie weet wat je tegenkomt… in ieder geval geen vliegtuigvertraging.