Bezigheid van de soedanese strijdkrachten en recente gebeurtenissen
Generaal Abdel-Fattah Burhan, de hoogste militaire leider van Soedan, verwelkomde troepen bij zijn aankomst in het Republiekspaleis, dat recentelijk door de snelle ondersteuningskrachten (RSF) paramilitaire groep was heroverd in Khartoem op 26 maart 2025. Daarnaast bereikten op de Noord-Sudan de vluchtelingen uit El-Fasher de hulpverleners die voedsel uitdelen in het nieuwe kamp El-Afadh in Al Dabbah, op 16 november 2025. Gewapende vrouwen uit El-Fasher koken maaltijden in een gemeenschappelijke keuken binnen hetzelfde nieuwe kamp.
Reactie van de militaire leiding op vredesvoorstellen
De militaire top van Soedan, onder leiding van generaal Burhan, heeft het voorstel voor een staakt-het-vuren afgewezen. In een videoboodschap die zondagavond door het leger werd uitgebracht, beschreef hij het voorstel als onaanvaardbaar en “het slechtste tot nu toe”. Hij beschuldigde de mediators ervan partijdig te zijn in hun pogingen om de oorlog te beëindigen.
Context van het conflict in Soedan
Het land kwam in april 2023 in chaos nadat een machtsstrijd tussen de strijdkrachten en de krachtige paramilitaire RSF escaleerde tot open gevechten in Khartoem en andere regio’s. Volgens cijfers van de Verenigde Naties zijn meer dan 40.000 mensen omgekomen, maar hulporganisaties geven aan dat dit aantal waarschijnlijk veel hoger ligt. Het conflict heeft geleid tot de grootste humanitaire crisis ter wereld, met meer dan 14 miljoen mensen die hun huizen hebben moeten verlaten, ziekte-uitbraken hebben ontketend en delen van het land in hongersnood gestort.
Internationale pogingen en mediatie
De mediators, bekend als de Vierlanden, proberen al meer dan twee jaar een einde te maken aan het conflict en het democratisch overgangsproces te herstarten, dat werd verstoord door een militaire staatsgreep in 2021. De groep bestaat uit de Verenigde Staten, Saoedi-Arabië, Egypte en de Verenigde Arabische Emiraten.
In november 2024 kondigde de Amerikaanse president Donald Trump aan dat hij meer aandacht wilde besteden aan het beëindigen van de oorlog, na een oproep daartoe van Saoedische kroonprins Mohammed bin Salman tijdens een bezoek aan het Witte Huis.
Op 19 november riep de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, António Guterres, op tot een onmiddellijk staakt-het-vuren en onderhandelingen tussen het militair leiderschap en de RSF. Hij benadrukte ook het belang van een “veilige en onaannemelijke levering van humanitaire hulp” en het beëindigen van de wapen- en strijdersoverdrachten naar Soedan.
Volgens Guterres is vrede in Soedan noodzakelijk. Massad Boulos, een adviseur voorAfrikaanse zaken in de VS, vertelde eerder dat het recente voorstel een drie maanden durend humanitair bestand benadrukt, gevolgd door een negen maanden durend politiek proces.
Standpunt van de RSF en reactie op het voorstel
De RSF verklaarde akkoord te gaan met het humanitaire bestand, nadat wereldwijd verontwaardiging was gerezen over de gruweldaden van de paramilitairen in El-Fasher, Darfur. In een videoboodschap op 19 november herhaalde generaal Mohammed Hamdan Dagalo, commandant van de RSF, dat zij zich inzetten voor een drievoudig humanitair bestand van drie maanden en riep mediators op druk uit te oefenen op de militaire leiding om het voorstel te accepteren.
Generaal Burhan zette echter vraagtekens bij het voorstel en noemde het “het slechtste document tot nu toe” omdat het volgens hem de strijdkrachten zou elimineren, de veiligheidsdiensten zou ontbinden en de RSF onbelemmerd zou laten doorgaan. Hij stelde dat de mediaties in die richting “partijdig” waren en uitte zijn zorgen dat adviseurs zoals Massad Boulos mogelijk een obstakel vormen voor de vrede.
Beschuldigen en verdraaiingen in internationale betrekkingen
Burhan uitte ook zijn onvrede over de betrokkenheid van de VAE bij het proces en beweerde dat het mediatieproces niet onschuldig was, vooral omdat de Emiraten volgens hem het rebellenleger zouden ondersteunen tegen de Soedanese staat. De Verenigde Arabische Emiraten reageerden op 19 november door te stellen dat Burhans weigering het “obstructief gedrag” vertoonde, wat volgens hen “moet worden veroordeeld”.
Er wordt door mensenrechtenorganisaties beschuldigd dat de Emiraten het rebellenleger wapens zouden leveren, een aantijging die door de Verenigde Staten en andere bronnen wordt ondersteund. De Emiraten ontkennen dat ze de paramiliteiten steunen.
Gezamenlijke standpunten en eisen voor vrede
Burhan ontkende dat de strijdkrachten gecontroleerd worden door islamisten of chemische wapens inzetten. Hij verklaarde dat het leger alleen zal instemmen met een wapenstilstand wanneer de RSF volledig uit civiele gebieden trekt, zodat gedwongen verhuisten kunnen terugkeren naar hun huizen. Pas daarna kunnen er onderhandelingen worden gevoerd voor een politieke oplossing.
Hij benadrukte dat hoewel het leger niet voor oorlog is, geen enkele partij hem onder druk kan zetten of de voorwaarden dicteren.
