Stel je voor: je hond kijkt je vol verwachting aan, klaar voor een nieuwe truc — en je kat kruipt ondertussen stilletjes in een doos, compleet ongeïnteresseerd. We denken vaak dat honden slimmer zijn omdat ze commando’s kunnen opvolgen, maar is dat wel zo eenvoudig? Dat vroeg ik me vorige maand serieus af na een pittige discussie in onze buurtapp.
Wie is eigenlijk slimmer: katten of honden?
Er is eeuwenlang ruzie over huisdierenintelligentie. Traditioneel scoren honden natuurlijk hoger: makkelijke training, trucjes, apporteren in het Vondelpark. Maar recente wetenschap – en ik bedoel serieus recent, want deze studie kwam een paar weken terug uit Oxford University – trekt dat recht. De onderzoekers telden het aantal neuronen in het brein van katten en honden. En wat blijkt? Kattenhersenen hebben bijna evenveel neuronen als een gemiddelde hond. Net iets minder, maar niet zoveel dat honden het label “meesterbrein” verdienen.
Wat zegt de studie precies?
- Een hond heeft gemiddeld 530 miljoen neuronen in de cortex
- Een kat tikt de 250 miljoen aan — nog steeds meer dan menig andere zoogdieren
- Neuronen zijn bepalend voor het brein, maar gedrag speelt – gelukkig! – ook een grote rol
Mijn collega (typische hondenliefhebber, woont ergens op Zuid) grapte: “Zie je wel, katten doen gewoon niet mee overdag omdat ze slimmer hun energie bewaren.” Gek genoeg, zou dat best kunnen kloppen. Katten zijn evolutionair efficiënt, nemen geen onnodige risico’s — doe het ze maar na, zo’n tactische laksheid.
Intelligentie: meer dan alleen hersencapaciteit
Toegegeven, slim zijn is niet alleen een kwestie van neuronen. Mijn moeder zegt altijd: “Onze kater weet precies hoe hij de koelkastdeur open krijgt, maar de hond snapt mijn slippers niet eens.” Toch is die sluwheid misschien wel het geheim van kattenslimheid – een soort Nederlandse nuchterheid, maar dan in een harig jasje.
Cognitieve psychologie maakt onderscheid tussen verschillende vormen van intelligentie: sociaal, probleemoplossend, situationeel. Katten scoren hoge ogen op vlugheid en zelfstandigheid; honden blinken uit in samenwerken met mensen. Beide soorten hebben dus hun pluspunten. misschien is het gewoon appels met peren vergelijken.
Wat betekent dit voor jou als baasje?
Persoonlijk ben ik na het lezen van deze onderzoeken anders naar mijn huistijger gaan kijken. Ja, ze komt niet als ik roep. Maar geef haar een schuifpuzzel — opgelost in vijf minuten. De hond? Enthousiast, dat zeker. Opgelost? Nou, Tsja…
Dus wat doe je met deze kennis? Misschien is het leuk om je viervoeter nieuwe uitdagingen te geven:
- Beide dieren houden van hersenwerk: probeer een voerpuzzel of zelfs simpelweg iets verstoppen
- Kijk eens hoe snel ze een “probleem” oplossen in huis — deuren, kastdeurtjes, puzzels
- Geef aandacht aan hun unieke talenten. Je kat hoeft niet te apporteren om slim te zijn
Katten slimmer? Of hangt het af van de definitie?
Uiteindelijk, wie is nou echt slimmer? Misschien is dat een vraag zonder pasklaar antwoord. Vorige week hoorde ik iemand in de tram zeggen: “Mijn hond is dom, maar wel de liefste.” En dat is het misschien wel – liefde winnen ze sowieso allebei. Of je hond nou naar de dierenwinkel rent in Haarlem of je kat je zorgvuldig negeert terwijl je roept, beide zijn ze slim op hun eigen manier.
In ieder geval: zin om je huisdier deze week nog eens goed te observeren? Je zult verbaasd staan van hun vindingrijkheid. En als je iets geks of briljants ziet – laat het vooral weten in de reacties onder dit artikel. Misschien vergis ik me wel helemaal, misschien hebben jullie betere bewijs… kortom, ik ben benieuwd naar jullie ervaringen!
