Weet je nog, een paar jaar geleden — het lijkt wel een ander tijdperk — was de handdruk nog heilig. Maar tijdens de pandemie staken we massaal onze handen in de zakken. En nu? Eerlijk gezegd, ik heb het handenschudden nauwelijks gemist. Wereldwijd zijn manieren van begroeten enorm veranderd, soms ronduit creatief. Waarom blijven we niet wat vaker experimenteren?
Waarom zijn we gestopt met handen schudden?
Voor corona gold: wie stevig de hand drukt, is zelfverzekerd — wie slapjes knijpt, heeft iets te verbergen. Maar ergens in april 2020 vroeg ik me opeens af: waarom zou ik iedereen überhaupt aanraken? M’n collega uit Groningen noemde handenschudden laatst zelfs “een overblijfsel uit de vorige eeuw”. In heel veel culturen deden ze dat trouwens sowieso al niet.
Nieuwe manieren van groeten: wat werkt (en wat niet)?
- De elleboogboks. Je ziet ‘m nog steeds bij feesten en op kantoren. Handig, maar alsnog een tikje ongemakkelijk. Mijn buurman zei vorige week: “Ik voel me net een kip.” Misschien daarom dat het niet echt is blijven hangen?
- Waaien of knikken. In Japan leunt men al eeuwen op elegant buigen. Hier is het meer een knikje met een “hoi”. Klein, snel, praktisch. Zelf geef ik nu vooral een knik — tenzij ik per ongeluk de buurvrouw net iets te enthousiast toewuif…
- Namaste en de hand op het hart. Vooral tijdens lockdowns zag ik mensen een hand op het hart leggen (ook bij de Aldi trouwens). Ziet er best stijlvol uit. Mijn yogaleraar zweert erbij, maar of het echt mijn ding is — weet ik niet.
- De voetgroet (of Wuhan shake). Kort in de mode. Op kantoor probeerden we het één keer. Niemand kon z’n lachen inhouden. Als je hakken draagt — liever niet.
Regionale verschillen: hoe gooi je het over een andere boeg?
Op vakantie in Italië deze zomer viel het op: daar geven ze weer volop zoenen op de wang. Maar een Poolse kennis vertelde dat zij juist zweren bij een hand op het hart, vooral op kantoor. Mijn collega uit Rotterdam merkte dan weer op dat een simpele “hé” al genoeg is — mits het maar met een glimlach gebeurt.
Wat werkt nu echt in Nederland?
In onze polderlandschap is iedereen nog aan het zoeken. Sommige bedrijven sturen expliciete mails: “handenschudden mag, hoeft niet”. In mijn familiegroepje op WhatsApp ontstond laatst discussie: ouderen willen graag vasthouden aan de handdruk, jongeren vinden het zelfs ‘awkward’.
- Tip van mijn moeder: “Als je twijfelt, kijk gewoon wat de ander doet en kopieer.”
- Wat je beter niet doet: een out-of-the-blue high five met je manager. Tenzij je grapjas van beroep bent…
Kortom: experimenteren mag. Als je een nieuwe collega ontmoet, vraag gerust: “Hoe begroet jij het liefst?” Scheelt ongemak — en zo voelt iedereen zich prettig. Of ik handenschudden nog terug wil? Weet ik niet hoor. Is het gemis niet vooral gewoonte?
Groeten in 2024: terug naar elkaar — zonder hand
Nieuwe tijd, nieuwe manieren. Onze begroetingsrituelen zijn een soort spiegel: hoe gaan we om met afstand en nabijheid, wat voelt veilig? Op kantoor, bij je sportvereniging of trouwfeest — het mag best een beetje onhandig zijn. In veel culturen was fysiek contact trouwens nooit zo vanzelfsprekend als bij ons. Misschien kunnen we daarvan leren.
Wat denk jij? Blijft de handdruk een museumstuk, of komt hij toch weer terug? Vertel wat jij het liefst doet — misschien pik ik je tip de volgende keer op. En als je de perfecte begroeting hebt gevonden: deel ‘m zeker in de groep!