Wist je dat onderzoekers in Groningen vorig jaar al een chip in een menselijk brein testten? Echt waar — zelfs mijn buurman, die dokter is, bleek er ineens alles van te weten. Maar wat gebeurt er nou echt als onze hersenen rechtstreeks met het internet verbonden worden? Sciencefiction lijkt soms dichterbij dan we onszelf willen toegeven. In ons groepsappje is het onderwerp inmiddels vaste prik. Maar zeg nou zelf: klinkt het als een kans of juist als het begin van een dystopische nachtmerrie?
Brein & internet: zijn we er klaar voor?
Als je het mij vraagt, zijn we stiekem allemaal gefascineerd door het idee dat je met een simpele gedachte een mailtje verstuurt — of je Google Maps direct in je hoofd opstart. Toch is de realiteit (nog) een stuk minder gelikt dan een aflevering van Black Mirror. De technologie heet BCI, oftewel Brain Computer Interface, en bedrijven als Neuralink (ja, van Elon Musk) zitten er bovenop.
Wat ik laatst hoorde van een vriendin — verpleegkundige in het UMC —: nu zijn het vooral mensen met een verlamming die baat hebben bij zo’n chip. Denk aan kunstmatige ledematen aansturen puur met gedachten. Klinkt haast magisch, maar het is gewoon 2024. Natuurlijk, de sprong naar iedereen aan het internet koppelen is nog enorm.
De voordelen (en gevaren die niemand echt bespreekt, maar goed)
Eén voordeel is obvious: informatie ophalen zonder je telefoon of computer. Vijf seconden, en je weet welk station na Utrecht Centraal komt — Rotterdam, toch? Toch zie ik om me heen (zeker onder mijn collega’s bij de krant) vooral discussies over privacy.
- Worden onze gedachten straks gehackt?
- Wie bepaalt welke info je binnenkrijgt?
- En — nachtmerrie van mijn moeder — leest straks iemand anders jouw diepste wensen?
Ik moet eerlijk zeggen: ik weet niet zeker of die gevaren het waard zijn. Ja, misschien overdrijven we, maar wie weet. Op Reddit las ik vorige maand trouwens verhalen van mensen die bang zijn dat hun ‘zelf’ verdwijnt — alsof je meer gadget wordt dan mens…
Hoe werkt het eigenlijk (kort, want ingewikkeld)
Het idee is simpel: een chip pikt je hersensignalen op, zet die om naar digitale data en stuurt dat naar een computer of direct naar de cloud. Zo kun je bijvoorbeeld via gedachten een robotarm bewegen — of misschien straks je LinkedIn-feed scrollen met één wenkbrauw.
Er zijn nu trouwens al mensen met hersenimplantaten die sms’jes sturen zonder hun handen te bewegen. Serieus, zag je dat artikel op NOS vorige week? Ongelofelijk, hoewel… misschien werkt het niet voor iedereen.
Zou je het zelf doen?
Persoonlijk? Ik weet het niet zo goed. De technologische romanticus in mij vindt het fantastisch — maar als ik bedenk hoe vaak de wifi eruit ligt bij ons thuis in Den Haag, slaat de twijfel toe. Moet je net hebben: denk je net “pizza bestellen”, valt de verbinding weg…
Anderzijds, ik snap best dat mensen met een handicap hier écht op zitten te wachten. Op Reddit zijn er zelfs mensen die met zo’n chip weer kunnen ‘praten’ — puur via hun gedachten. Ik ga daar niet over oordelen, maar ergens vind ik het bijna griezelig.
Wat staat ons te wachten?
Als je de hype mag geloven, lopen we over een paar jaar allemaal wifi-capabel rond. Ik denk eerder dat er nog tientallen technische, ethische en praktische hordes zijn. In ons teamoverleg zei iemand laatst: “Misschien lijkt het nu cool, maar straks mis je de menselijke haperingen juist.” Daar zit wat in — perfectie is ook saai, toch?
Dus voorlopig houd ik het maar bij mijn smartphone en ouderwetse gedachten. Al zou ik wel willen weten hoe het voelt, moet ik toegeven. Maar of ik er klaar voor ben… in ieder geval nog niet vandaag.
Benieuwd naar jouw mening
Zou jij je hersenen willen verbinden met het internet? Of lijkt het je een nachtmerrie? Laat het weten — of stuur dit artikel door naar die ene vriend die van gadgets houdt. In ieder geval: blijf nieuwsgierig en check af en toe wat er in de echte, niet-virtuele wereld gebeurt. In ieder geval — tot zover mijn ongepolijste kijk.