Wist je dat zelfs doorgewinterde feng shui-meesters sommige plekken in Nederland liever ontwijken? Volgens oude kennis — en vreemd genoeg ook volgens het gevoel van mijn buurvrouw uit Haarlem — zijn er locaties waar de negatieve energie letterlijk de pan uit rijst. En eerlijk, wie herkent het niet: je loopt ergens naar binnen en voelt dat “iets” niet klopt. Maar waar hebben we het eigenlijk over? En kun je daar iets aan doen zonder meteen je hele huis te verbouwen? Hier duiken we erin — praktisch, met een vleugje twijfel en een nuchtere Hollandse blik.
Waar vermijden feng shui-experts het liefst?
Opvallend genoeg wijzen verschillende feng shui-meesters — en dat zijn heus niet alleen vage zweefgoeroes uit tv-programma’s — steevast op één type plek: de smalle, afsluitbare gang zonder natuurlijk licht. Vooral in oude grachtenpanden in Amsterdam, maar ook in appartementencomplexen in Rotterdam en Den Haag. Volgens mijn collega, die werkte als interieurarchitect, zijn deze gangen echte ‘energie-stoppers’.
- Lange, rechte gangen zonder ramen
- Plaatsen bij een lift waar mensen gehaast wachten
- Ruimtes aan het einde van dichte steegjes (zoek maar in het centrum van Utrecht…)
De theorie? Energie — of in feng shui-termen: de ‘chi’ — blijft hier hangen, klettert terug of kwijnt weg. Dat merk je dan bijvoorbeeld aan plotselinge vermoeidheid, of gewoon een knagend gevoel dat je “hier snel weer weg wil”.
Hoe weet je of je te maken hebt met ‘negatieve energie’?
Eerlijk is eerlijk, wetenschappelijk bewijs zal je niet direct vinden. Maar in onze groepsapp bespraken we laatst dat sommige plekken op kantoor gewoon zwaarder aanvoelen — daar kun je niet omheen. Meestal merk je het aan:
- Slechte ventilatie en mufheid
- Onverklaarbare kou of tocht
- Ongemotiveerde sfeer: niemand wil er zitten
- Verzameling rommel, kapotte spullen of lege dozen
Heeft het altijd met feng shui te maken? Geen idee. Misschien is het gewoon typisch Nederlandse zuinigheid en vergeten sfeerhoekjes. Maar het zou raar zijn als honderden jaren oude kennis helemaal geen kern van waarheid zou bevatten…
Wat kun je eraan doen zonder je huis te slopen?
Feng shui hoeft niet zweverig te zijn. Mijn moeder, geboren in Groningen, zegt altijd: “Een opgeruimd huis is een opgeruimd hoofd.” Begin dus gewoon praktisch: gooi afval en kapotte spullen weg. Zet een plant neer (monstera’s doen het verrassend goed — geen idee waarom, maar die van mij thuis leeft nog steeds).
Hier nog een paar dingen die ik zelf geprobeerd heb, en die volgens de buren uit het appartementencomplex “toch echt verschil maken” — hoewel misschien niet overal:
- Licht toevoegen: een simpele lamp maakt wonderen
- Spiegels ophangen om het licht en de energie te ‘verspreiden’
- Frisse lucht — raam open als het even kan, of gebruik een leuke luchtzuiveringsspray
- Symbolen: in Rotterdam zag ik laatst een klankschaal op de gang staan, gewoon voor de sfeer
Overigens, sommige dingen werken bij mij totaal niet. Wierook bijvoorbeeld, daar krijg ik alleen maar hoofdpijn van. Maar misschien bent u geduldiger dan ik…
Wanneer kun je het beter gewoon laten?
Midden in een flat vol gehaaste studenten? Of een kantoor met betonnen gangen die altijd koud aanvoelen? Soms is het gewoon slimmer om de plek te accepteren zoals hij is en te focussen op de ruimtes waar je wél energie van krijgt. Mijn tip: zoek die plekken op waar mensen vanzelf blijven hangen. Daar klopt het vaak wél — zonder dat je last hebt van ingewikkelde tips uit buitenlandse boeken.
En trouwens, misschien is het effect ook wel deels psychologisch. Maar goed, uiteindelijk gaat het erom hoe je je ergens voelt. Want uiteindelijk moet je ergens gewoon prettig kunnen ademen en even jezelf kunnen zijn.
Tot slot: deel je ervaringen!
Bent u ooit een plek tegengekomen die ‘niet pluis’ voelde, ondanks alle goede bedoelingen? Of heeft u een simpele truc die echt werkt — behalve het open raam en koffie? Deel het vooral hieronder, ik ben benieuwd. Misschien vind ik ook eindelijk die ene perfecte hoek in mijn huis… of niet. In ieder geval: blijf kritisch, maar sta open voor een beetje experiment. Je weet maar nooit.
