Wist je dat de traditionele handdruk bij de Maori al jaren niet meer zo vanzelfsprekend is? Zelf dacht ik — voor corona nog — dat de goed-oude handshake altijd zou blijven. Maar tijden veranderen. Echt, als je nu in Auckland of zelfs een kleiner stadje rondloopt, zie je nauwelijks nog formele handdrukken, zelfs niet tijdens officiële ontmoetingen. Hoe begroeten de Maori elkaar dan? En waarom keek mijn collega uit Rotterdam laatst zo raar op toen ik een hongi beschreef? Tijd om het uit te zoeken.
Wat is er gebeurd met de klassieke begroeting?
Op de universiteit hadden we ooit een workshop “interculturele communicatie”. Volgens de trainer is de handdruk in Nieuw-Zeeland deels ingeruild voor alternatieven — en die trend zie je zelfs buiten Nieuw-Zeeland oppoppen. Vooral sinds covid, maar ook dankzij jongere Maori die hun roots willen herontdekken. Mijn buurman, die een halfjaar met rugzak door Oceanië trok, vertelde vorige maand: “Handen schudden voelde daar ineens heel ouderwets.”
Wat is een hongi — en waarom is het zo bijzonder?
Misschien heb je het ooit gezien op televisie of in een documentaire over Nieuw-Zeeland: twee mensen raken met hun voorhoofd en neus elkaar even aan. Dit heet een hongi. Het gaat niet om zoenen of iets intiems, eerder een manier om elkaars ‘mauri’ (levensadem) te delen. Mijn tante — die vorig jaar een reis naar Nieuw-Zeeland won — vertelde dat lokale bewoners het een van de mooiste vormen van verbinding vinden. Zij voelde zich als Nederlander in het begin wat ongemakkelijk, maar na de tweede keer was het juist heel ontwapenend.
Doen ze het altijd? Niet echt. In een hip café in Wellington zou je het niet snel zien—vaak kiezen jongeren voor een knikje of “kia ora” (hoi). Maar bij familie, ceremonies of belangrijke bijeenkomsten blijft het de norm.
Nieuwe begroetingen: van fist bump tot digitale groet
In het Maori-chap bij onze open werkplek lazen we vorige week een artikel over hoe zelfs Maori-jongeren nu vaker voor een luchtige fist bump of een snelle high five gaan. Een soort mix van modern en traditioneel tegelijk — wie weet ben ik wat ouderwets, maar voor mij voelt die kruising van culturen juist verfrissend.
Daarnaast wint de digitale groet—een simpele emoji, een appje met een ‘wave’—aan terrein. Zeker sinds de pandemie. Volgens een kleine peiling in mijn vriendengroep kiezen de meesten (55%) bij online meetings voor een “kia ora” in de chat.
Wat kunnen wij Nederlanders hiervan leren?
- Zelf kiezen wat bij je past — niemand kijkt meer gek op als je een high five of knikje inzet
- Alternatieven voor de handdruk zijn soms veel persoonlijker (probeer het maar eens met je beste vriend)
- Lokale gebruiken en tradities veranderen sneller dan je denkt — blijf nieuwsgierig
En misschien is dat het mooiste aan deze ‘nieuwe’ Maori begroetingen: het draait niet om wat hoort, maar om oprechte verbinding. Of je nu kiest voor hongi, een subtiele kijkgroet of gewoon zwaait via WhatsApp — in het eind is het contact dat telt.
Kleine bonustip voor wie naar Nieuw-Zeeland gaat
Probeer bij je volgende bezoek de lokale begroeting (maar check eerst of het gepast is). Het scheelt: mijn collega uit Haarlem vond het juist fijn om niet altijd de klassieke handdruk te hoeven geven — vooral na die maandlange lockdown. En misschien zijn we over tien jaar allemaal vergeten waarom zo’n handdruk ooit zo standaard was… In ieder geval ga ik deze week oefenen. Doe je met me mee?